De foto en zijn verhaal (11)
Onverwacht was het niet. De beloften van Heerenveen moesten immers voetballen en dan is het logisch dat ook de hoofdtrainer belangstelling toont. Toch was de verschijning van Marco van Basten op het Utrechtse trainingscomplex Zoudenbalch opmerkelijk. En dat had vooral met de wijze van opkomst te maken. Die vervolmaakte namelijk het totaalbeeld van de gewezen wereldspits. Ook hij is een sterveling van vlees en bloed.
Een paar uur eerder. Op Papendal, met zicht op het werkelijk schitterende hoofdgebouw inclusief ingekapselde tribune, slaat Adri van Tiggelen in een flauw voormiddagzonnetje de verrichtingen gade van de reserve-elftallen van Vitesse en PSV. Een wedstrijd met een extraatje, want Erik Pieters maakt zijn rentree na diens hand/armblessure. Het is daarom drukker dan gangbaar, ook wat betreft media-aandacht. Van Tiggelen is in Arnhem als scout van Sparta.
Toeschouwers herkennen de voormalig international. ‘De Spijker’ reageert beleefd op vragen van een aantal wildvreemden. Wat zijn missie voor deze wedstrijd is, verklapt hij niet. Ondertussen dwalen mijn gedachten af naar die junidag in 1988. Olympia-stadion in Műnchen, finale EK tussen Nederland en Sovjet Unie. Van Tiggelen stoomt op richting helft van de Russen, maar besluit ondanks een zee aan ruimte om de bal – als plichtgetrouwe verdediger – toch maar bij middenvelder Arnold Műhren in te leveren. Hij was dus wèl de man van de voorassist, realiseer ik me nu, bijna 25 jaar na dato. Hij Adri van Tiggelen, met bril boven de gezonde rode konen en gekleed in een degelijke donderblauwe anorak, staat op een ordinaire maandagmiddag gewoon naar Vitesse 2 tegen PSV 2 te turen. Stel nou dat Adri was doorgedribbeld en ….
Zachtaardig
Dan had Jan Wouters hem niet geheel onwaarschijnlijk de huid vol gescholden. En wie loopt daar rond zessen in de kantine op Zoudenbalch? Juist. In een trainingsjackje van FC Utrecht, grappend met een paar supporters. Jantje Wouters, net als De Spijker trouwens, binnen de lijnen immer met het mes tussen de tanden, maar daarbuiten een bijkans zachtaardig persoon. Maar voor mij bovenal de man van dat passje op Marco tegen de Duitsers, waarna ‘het Volksparkstadion van ons was’….
Het had iets ontroerends en onwerkelijks tegelijk. Terwijl wat hij deed strikt genomen niet meer dan normaal was, maar kom op, hé. We hebben het hier wel over Marco van Basten. De legende. De liefhebber, soms zelfs nog het jongetje van toen. Kijk naar zijn oprechte blijdschap bij een doelpunt. Kijk naar dat balletje dat hij onlangs ondeugend voor PSV’-er Depay wegtikte om tijd te pikken.
Maar bovenal San Marco! Een soort van heilige. Vandaar dat het tafereel zo’n indruk maakte. Je zag het Marco aan dat hij zich er een beetje ongemakkelijk bij voelde. Met name ook waarschijnlijk omdat hij weet dat er altijd en overal naar hem gekeken wordt, waar hij ook opduikt. Zoals deze keer. Joop van Basten – inmiddels 82 en zich moeizaam voortbewegend op krukken – moest het trappetje op. Marco probeerde het met twee handen achter zijn rug waaraan pa zich moest vasthouden. Geen goed plan. Dus dan maar op de ouderwetse manier. Armen om elkaars schouder, langzaam trede voor trede omhoog. En daarna zij aan zij voetbal kijken. Gebiologeerd. Marco en zijn vader, belangrijk (voetbal)mentor, sowieso in vroegere dagen. Van oude menschen, de dingen die voorbij gaan…