Meer psycholoog dan trainer
Door Erwin Koeman, 34-voudig international en in 1988 Europees Kampioen met Oranje, ex-prof van FC Groningen, PSV en KV Mechelen. Als coach actief voor RKC, Feyenoord, Hongarije en thans FC Utrecht.
‘Kein geloel, fussballen!’ Eén van de spaarzame gevleugelde uitspraken van de niet spraakzame wijlen Ernst Happel, alom beschouwd als een toptrainer. Gedaan in een tijd waarin de (voetbal)wereld een stuk minder gecompliceerd in elkaar stak dan anno 2011. Erwin Koeman kan over beide periodes uit eigen ondervinding meepraten. Eerst als speler en later als trainer. De huidige coach van FC Utrecht over de stelling dat trainers tegenwoordig meer psycholoog zijn dan trainer.
‘Als trainer dien je niet alleen over voetbalbagage te beschikken. Met mensen kunnen omgaan is in deze tijd vele malen belangrijker geworden. Ik vertel niets nieuws als ik zeg dat de jeugd heel anders is opgevoed in vergelijking met vroeger. Laptops, smartphones, Twitter, Facebook, noem maar op. De media niet te vergeten. En de invloed van dat alles op het dagelijkse leven. Alles wordt uitvergroot, 24 uur per dag. Voor mij persoonlijk heeft het dan geen zin om overal als een politieagent bovenop te zitten. Dat brengt alleen maar negatieve energie.
De mensen (de voetballers) gedragen zich steeds meer als individu, meer in zichzelf gekeerd. Door de mondialisering heb je ook vaker te maken met spelers die verschillen van sociaal/culturele achtergrond. In mijn tijd als speler gingen we met regelmaat wat eten of drinken met de groep. Of een potje biljarten voor mijn part. Zaken die op een positieve wijze bijdroegen aan het groepsproces. Tegenwoordig moet je daar als leiding op een andere manier invulling aan geven. Het plezier wordt uit andere dingen gehaald. En ik zeg niet dat dit verkeerd is. Als ik naar mijn eigen kinderen kijk, constateer ik dat ze plezier in het leven hebben. Het is gewoon anders nu, met zijn voors en tegens.
In de praktijk als voetbalcoach die uiteindelijk verantwoordelijk wordt gesteld voor het resultaat echter niet altijd even makkelijk om mee om te gaan. Soms heb je als trainer het gevoel dat je meer met randzaken bezig bent, dan met hetgeen waarvoor je bent aangesteld. Gekscherend zeg ik weleens dat je er als coach tegenwoordig een groot takenpakket gratis bij krijgt. De hedendaagse generatie moet gepamperd worden. Dat vraagt allemaal om extra individuele aandacht van de staf. Let wel, ik wil dit niet als een klaagzang brengen. Puur een constatering van het feit dat het vak van coach in de 21ste eeuw een extra en niet te onderschatten dimensie heeft gekregen.
Van huis uit was ik een voetballer die op techniek speelde. Puur om te overleven in de top heb ik de knop op een gegeven moment omgeschakeld en ben me op het veld anders – harder – gaan opstellen. Maar als mens ben ik daarbuiten altijd dezelfde persoon gebleven. Volgens mij ben ik ruimdenkend en sociaal. Sta met beide benen op de grond. Zet mij ergens neer en ik pas me aan. Ik denk dat ik in dat opzicht een man van de wereld ben. Je moet als voetbaltrainer meegaan met de tijd. Ook al valt dat niet altijd mee.’