Tot snel, RBC’-ers!
Door Ad van Seeters, trainer/coach van DESK en voorheen van onder meer Baronie en Kozakken Boys
‘In het seizoen ’79-‘80 vroeg de toenmalige trainer, de heer Vermunt, of ik de overstap naar RBC wilde maken. RBC was net kampioen geworden in de eerste klasse E , de afdeling waarin ik met m’n eigen cluppie Veerse Boys ook speelde. Het seizoen daarvoor was Vermunt nog trainer van Veerse Boys. Uiteraard was ik – ambitieus als ik was – vereerd door het verzoek.
Het eerste jaar met RBC in de hoofdklasse was voor mij heel bijzonder. We stalen een periodetitel bij nota bene DESK, een ploeg die vele malen beter was en over uitstekende spelers als Noud van Esdonk, Jos Mathijsen, Rinus Poldervaart en Ad van Es beschikte. Om het kampioenschap ging het drie seizoenen gelijk op met RKC, dat mannen als Janus van Gelder, Wim Wisse, Appie Bruurmijn en Ad van de Wiel had lopen. RBC tegen RKC op Koninginnendag voor 4.500 mensen op De Luiten was ’n happening. En eerlijk is eerlijk, RKC trok vaak aan het langste eind. Hoewel tig jaren later in VI een artikel stond over enkele Limburgse clubs die in die jaren voor een bakkie bier wel eens een oogje toeknepen ten gunste van RKC. Maar goed, men heeft dat nooit hard kunnen maken.
In mijn derde jaar werd RBC periodekampioen van geheel Nederland. In het leven geroepen om de amateurs weer door te kunnen laten stromen naar het betaalde voetbal, hetgeen ook geschiedde. RBC speelde weer ‘betaald voetbal’. De eerste wedstrijd was tegen het grote NAC, net gedegradeerd uit de eredivisie. Ik geloof voor wel 10.000 mensen wonnen we met 3-0. Mede door het fantastische spel van Ad de Jong en Gerry Jumelet, m’n carpoolmaatjes vanuit Oosterhout en Wagenberg. Met z’n drietjes reden we wekelijks vijf keer op neer naar Roosendaal. Ik had van de veel te vroeg overleden voorzitter Adrie de Jong een oud Kevertje gehad ,waarvan de kachel stuk was. In doorwerkpakken van de bouw reden we in de wintermaanden met handschoenen aan naar Roosendaal. Ik zie Ad de .Jong de gehele reis nog de vorst van m’n voorruit proberen te krabben.
RBC was en is ‘n begrip in voetballend Nederland met mooie resultaten in het verre verleden (tweede divisie) en later zondagkampioen in het amateurvoetbal, de bekerfinale tegen het Ajax van Johan Cruijff en promoties naar de eredivisie. Veel van de voetballers en trainers die bij RBC werkzaam zijn geweest zullen beamen dat deze club voor iedereen een warm nest was. Je werd er uitstekend opgevangen en voelde je thuis. Begrippen als sociaalvoelend en saamhorigheid schieten te binnen, maar vooral ook de eenvoud kenmerkte RBC. Geen dikken nekken of bobo’s . Bij RBC werd ook in die tijd elk dubbeltje driemaal omgedraaid voor het werd uitgegeven. Het was elk jaar weer de eindjes aan elkaar knopen, maar de afspraken werden altijd netjes nagekomen.
Ik herinner me dat ooit net voor de Kerst een deel van de verlichting uitviel. Er was onvoldoende geld voor nieuwe veldverlichting, waarop de gehele selectie op Kerstzaterdag met kaarsen langs de deuren ging en die ook op de Markt in Roosendaal probeerde te verkopen. Op ‘n woensdag naar Groningen voor de KNVB- beker. Ik moest bij m’n baas een halve vrije dag vragen. Onderweg een kop soep en een uitsmijter en vervolgens tegen de grote jongens van Groningen, zoals Erwin Koeman , Rob McDonald en Ron Jans. Klop met 4-2, om drie uur ’s nachts thuis en om 9 uur uitlooptraining van de toenmalige trainer Hans Verel. Alles bij elkaar opgeteld moest er gewoon geld bij maar niemand maalde daar om. We waren liefhebbers en vrienden van elkaar. Nu, na 30 jaar, komen we nog steeds regelmatig bij elkaar op visite. Doodzonde dat zo’n legendarische club als RBC de huidige toestanden moet meemaken. Maar verloren gaat RBC zeker niet. Gezien de mentaliteit die in Roosendaal heerst, zullen er altijd weer mensen opstaan die de club overeind houden.
Teveel foutieve keuzes in voetballers en het in zee gaan met de verkeerde voetbalmakelaars maakt het voetbal straatarm. De bestuurders gaan in alle hectiek en emotie mee in de jacht van de snelle, gladde jongens. De duur opgeleide jeugdspelers krijgen te weinig kansen. Men komt te vaak met allerlei dure en niets toevoegende spelers op de proppen, waar natuurlijk lekker aan verdiend wordt. De doodsteek voor het Nederlandse voetbal! Heren bestuurders, wakker worden a.u.b. en heb meer geduld met je eigen spelers! Voor mij zou het heel bijzonder zijn als wij straks met DESK in de hoofdklasse RBC tegenkomen als tegenstander. Vooral omdat ik als oud RBC’-er zoveel goeds hebt meegekregen in die jaren dat ik daar mocht voetballen, dat vergeet je de rest van je leven niet meer! Tot snel RBC’-ers!!’