Winnaarsmentaliteit
Remco van Wijk schiet onbedaarlijk in de lach als hij geconfronteerd wordt met de vraag of hij vroeger net zo over de flanken snelde als dat de woordenstroom nu uit zijn mond raast. “Een docent op het CIOS zei ooit dat ik op zich prima les gaf, maar dat het raadzaam was ook eens ’n keer tussendoor adem te halen.” Als inkoopmanager van een internationaal georiënteerd bedrijf dat handelt in schrootmetalen heeft Van Wijk dat snelle denken en verbaal daarop reageren aan de lopende band nodig, dus wat dat aangaat heeft de tip van de bewuste man zijn uitwerking gemist. “Dat drukke bestaan is de hoofdreden van het feit dat ik nu voor een hockeygroep sta. Een perfecte uitlaatklep”, bekent de heren 1-coach van HC Breda.
Van Wijk is een winnaar, altijd geweest. Dus toen hij afgelopen zomer aantrad bij de eersteklasser, inventariseerde hij razendsnel(!) wie het proces dat hij ging aanvangen zouden kunnen (en willen) volgen en wie niet. “Lol hebben op z’n tijd is belangrijk, maar presteren ook. Dat hongerige was al aanwezig in het geselecteerde gedeelte van de selectie, maar mijn taak is dat te optimaliseren. Ik zie graag die absolute winnaarsmentaliteit terug in de groep. Veel spelers studeren, prima, is belangrijk. Maar daarnaast verlang ik van ze dat het hockey een prominente plaats inneemt. Alleen dan kun je mijn inziens echt stappen maken. En dat is wat we met zijn allen willen op Breda”, zegt de man die 242 interlands achter zijn naam heeft en daarin 63 goals maakte.
Zondag treft koploper Breda Hopbel, halverwege het seizoen de nummer twee op de ranglijst. “Bij winst slaan we een kloof van negen punten en dan maken we het onszelf wat makkelijker. Ik bedoel, dan kun je eventueel ongestraft ’n keer tegen een nederlaag oplopen. Jazeker, Breda heeft wel degelijk iets te zoeken in de Overgangsklasse. Oefenpotjes zeggen niet zoveel, maar de duels die wij de afgelopen tijd speelden tegen teams uit die klasse, brachten we tot een goed einde. Nee, met deze groep maak ik me daar geen zorgen over. De nieuwe spelers die we erbij hebben gekregen, blijken aanwinsten. Kortom, op alle fronten wordt hard gewerkt om deze club naar een hoger niveau te tillen. Alles in verhouding natuurlijk, maar die structurele professionalisering van één en ander is nodig en gaat op termijn renderen, daarvan ben ik overtuigd. Persoonlijke ambities? Nou, laat ik het zo zeggen: ik ben niet van plan om over tien jaar bondscoach te zijn, ook al bevalt het trainerschap me beter dan ik vooraf had gedacht. Op deze manier, bij mijn oude cluppie, brengt het hockey mij als niet-speler precies wat ik voor ogen had.”