‘Hier zit muziek in’
De A1-junioren van FC Den Bosch veroverden zaterdag de periodetitel in de eerste divisie. Daardoor heeft het team van Arnold Scholten zich geplaatst voor de nacompetitie, die straks de mogelijkheid biedt om promotie af te dwingen naar de eredivisie. “Ook in de reguliere competitie hebben we nog kans, al is de kloof met koploper Willem II/RKC zes punten. Relatief gezien heeft Den Bosch echter een makkelijker programma”, weet de middenvelder, die in het verleden als één van de weinigen voor zowel Ajax als Feyenoord uit kwam.
Scholten heeft het naar zijn zin bij de oudste jeugd. Voorheen was hij sinds zijn terugkomst bij FC Den Bosch in 2008 werkzaam als assistent bij het eerste en als hoofdcoach van de beloften. “Als ik het maar leuk vind, dan maakt het mij niet zo gek veel uit of ik bij het eerste zit of bij de A-jeugd”, zegt Scholten met een vingerwijzing naar de nakende besprekingen omtrent de invulling voor volgend seizoen. De prijs die hij met zijn jongens pakte, is volgens Scholten een bewijs dat er muziek zit in de groep van spelers onder negentien jaar. “Een aantal heeft zeker de potentie om de stap naar de selectie te maken. Wanneer dat eventueel gaat gebeuren, moeten we intern nog eens goed op een rijtje zetten. We hebben natuurlijk ook nog het beloftenteam, dat tussen één en de A in zit.”
Individuele ontwikkeling is belangrijk, maar Scholten denkt dat dit proces altijd hand in hand gaat met de resultaten. “In dat opzicht zijn we lekker bezig. De doelstelling was om bovenin mee te doen en een prijs te pakken. Voor FC Den Bosch zou het inderdaad een goede zaak zijn als we erin zouden slagen te promoveren naar de eredivisie. Op dat podium ondervinden de spelers nog meer weerstand en normaal gesproken worden ze daar op termijn beter van. Al zou het natuurlijk nog beter zijn als Den Bosch al in de jongere leeftijdcategorieën op dat niveau zou kunnen uitkomen.”
Scholten is te spreken over de progressie die zijn spelers deze jaargang geboekt hebben. “We hebben de afgelopen tijd twee keer tegen een hoofdklasser gespeeld en twee keer gewonnen. Dat is knap en geeft aan dat het niveau heel behoorlijk is. Als coach probeer ik altijd zo aanvallend mogelijk te spelen. Met een opbouw van achteruit, ja. Ook onder druk. Alle bagage die ze nu meepikken, komt later dubbel en dwars van pas. Sterker nog, met bepaalde facetten van het spel moeten de spelers nu al geconfronteerd worden. Zoals de uitvoering in zowel een systeem met twee- als met drie spitsen. Doe je dat niet, dan komen ze later geheid tekort voor het vereiste niveau.”