‘Geen eigenheimers’
Met een aantal geweldige reflexen had Ruud Swinkels een wezenlijk aandeel in de vierde overwinning op rij van FC Eindhoven. “Mwaoh, het ging wel”, bagatelliseerde de doelman zijn eigen inbreng na de 0-1 – weergaloze goal Rob van Boekel – bij Helmond Sport, de rivaal waar Eindhoven in 2000 voor het laatst won. Op een ander vlak zal Swinkels op lange termijn misschien nog wel belangrijker blijken voor zijn ploeg. Als elfde veldspeler.
Met een big smile en de borst vooruit liep Ernest Faber door de catacomben van het Lavans-stadion. Niet op een vervelende manier, nee, gewoon zelfverzekerd. Precies en niet toevallig de houding zoals zijn ploeg die binnen de lijnen ook uitstraalt. De spelopvatting is daarbij heilig voor de assistent van bondscoach Bert van Marwijk. “Hij eist van ons dat wij blijven voetballen. Alleen als het echt niet anders kan, spelen we lang. Elkaar durven inspelen. Geduld houden, net zo lang totdat er ergens een gaatje valt. Ik kan me voorstellen dat dit spel wellicht als saai ervaren wordt door het publiek. Faber zegt ook dat het soms wel een tikkie sneller mag”, aldus Swinkels.
‘Ze zijn bang voor ons’
Waar gaat dit eindigen? Welke ploeg durft Eindhoven vanaf het begin vast te zetten? Dat is waar Faber op anticipeert en zich in wil onderscheiden ten opzichte van het gros. Met de week zal de balvastheid binnen zijn team toenemen door het blijven herhalen en perfectioneren. “Je proeft dat ze bang zijn voor ons”, sprak Theo Lucius in dat kader veelzeggend. Over FC Den Bosch wil hij niet veel zeggen. “Zij hebben een keuze gemaakt en nu speel ik bij mijn vriend Faber. Met twee vingers in de neus? Valt mee, hoor. Na 70 minuten zat ik er aardig doorheen. Ik ben fit, maar nog niet topfit. Dat ben je pas als je op het laatst verdedigend in de duels een bijdrage kunt leveren.”
Als verdedigende middenvelder showde Lucius (34) waarom hij jaren op topniveau acteerde. Hij denkt en handelt vrijwel altijd een stap sneller dan de rest. “Het kan allemaal nog wel wat beter, hoor. Dat besef is er ook bij de jongens. Nu haalden we dit potje op het laatst nog uit. Met een beetje geluk misschien, maar ook door het vertrouwen en het geloof in onszelf. Dit Eindhoven heeft een prima groep spelers. Normale jongens, die iets van elkaar willen aannemen en iets voor elkaar over hebben. Geen eigenheimers, heel belangrijk! Let maar op, hier kan iets heel moois van komen.”