Hemel, hel, realisme
Meer dan een handvol seconden bedekten de handen van Rangelo Janga zijn hoofd toen Liesveld voor het laatst had gefloten. De invaller besefte het dondersgoed: dit was een dure fout. In de catacomben verwoordde Arjan Swinkels het even later nog netjes. “We stonden te dekken als kleine kinderen.” Janga, drie weken geleden nog de held van Tilburg na de winnende tegen Vitesse, is natuurlijk alleen maar klein in leeftijd. Met zijn body had hij Vorstermans nooit zo ongehinderd de 3-3 mogen laten binnenknikken.
De begeleider van de Willem II-ballenjongens had, staand naast het heiligdommetje van de vierde official, een paar tellen voor het fatale moment nog het ‘juiste’ voorbeeld gegeven. Hij kopte een bal die zijn richting uit kwam, ‘keurig’ verder de gracht in. Educatief niet verantwoord, maar als supporter te verklaren. Want een driepunter tegen het sterkere FC Utrecht zouden twee extra bonuspunten inhouden. “Het is geen toeval dat wij altijd van dit soort goals tegen krijgen”, stipte Swinkels het gebrek aan professionaliteit binnen de Tilburgse selectie aan. Alleen maar jezelf het snot voor de ogen lopen is niet voldoende op eredivisieniveau.
Dat lieten bijvoorbeeld Ricardo Ippel voor rust en diens vervanger Niek Vossebelt erna zien. Veel goede wil, maar weinig vernuft. Dat kon van Jan-Arie van der Heijden (foto) niet gezegd worden. Het huidige Willem II bestaat grofweg uit twee kopstukken. Het blok Swinkels zeg maar, dat met de aanvoerder zelf aan het hoofd één brok onverzettelijkheid uitstraalt. En het eenmansblok Van der Heijden, met misschien Andreas Lasnik als enige die de huurling van Ajax een beetje kan bijbenen wat betreft voetbalintelligentie. En dat terwijl hij gedurende de tweede helft ontelbare extra meters diende af te leggen, omdat Willem II voorop geen antwoord had op de slim tussen de linies spelende neo-international Strootman. “De extra arbeid die ik na de reguliere trainingen verricht in de vorm van korte sprintjes en wendbaarheidoefeningen begint zich uit te betalen”, verklaarde Van der Heijden de ontwikkeling die hij heeft doorgemaakt.
Dat Van der Heijden een aardig balletje kan trappen, was al duidelijk. Maar hij koppelt dat tegenwoordig ook aan duel- en daadkracht. “Ik straks terug naar Ajax? Dat zou mooi zijn, maar ik heb nog niets gehoord. Daarover zijn ook geen afspraken gemaakt. Ik kan volgende week gebeld worden, maar ook pas over twee maanden. Met Frank de Boer heb ik nooit echt diepgaand gesproken, dus ik heb geen idee of hij van mij gecharmeerd is.” Met de komst van Strihavka ziet Van der Heijden hoe dan ook progressie bij Willem II op het voetballende gedeelte. “Het is zo belangrijk een spits te hebben die balvast is. Daar moeten we de komende tijd profijt uit kunnen trekken.” De mokerslag na de euforie leek bij Willem II ondanks alles redelijk snel verwerkt. De aanknopingspunten naar meer zijn in ieder geval gestoeld op realisme. Nu nog de vertaling naar dat waar het om draait: punten. Veel punten.