‘Ik haat verliezen’
In Roosendaal woonde hij moederziel alleen op een kamer boven een cafetaria. Binnenkort leeft hij weer in Arnhem. Zijn Arnhem, daar waar zijn familie en vrienden huizen. “Dat motief heeft een rolletje gespeeld in mijn keuze voor FC Den Bosch. Daarnaast is deze club sportief natuurlijk een stapje hogerop”, vindt Joey Brock. Den Bosch legde de 22-jarige linksback voor twee jaar vast. In De Vliert is hij de beoogde opvolger van de vertrekkende Samuel Scheimann.
Brock gebruikt bewust het verkleinwoordje in zijn motivatie, want het uiteindelijke doel voor hem is de eredivisie. “Ik denk zeker dat ik later op dat niveau mee kan. Bij NEC zat ik twee jaar bij de eerste selectie. Aan spelen ben ik niet toegekomen, al had ik wel de pech van een kruisbandblessure, die de nodige hersteltijd vergde. Maar als ik fit was, zat ik bij de groep. Bij RBC heb ik dit seizoen mijn ritme weer gevonden en nu is het zaak om mijn spel verder door te ontwikkelen. Verdedigend of aanvallend sterker? Goeie vraag. Ik ben van nature een linksbuiten. Tot aan mijn zestiende voetbalde ik bij Vitesse op die plek. Hoorde toen ook bij de selecties van Oranje. Toen ik mijn plaats hierin verloor aan John Goossens, ben ik gaan nadenken. Dat werd versterkt nadat ik bij de A1 van Vitesse op de bank belandde. Zo zakte ik een linie, om later op linksachter te eindigen. Een prima plaats voor mij. Ik kan mijn energie kwijt en weet hoe aanvallers denken. Dus per saldo denk ik dat ik defensief sterker ben. Ik ben mijn directe tegenstanders in de regel de baas.”
Brock is een baasje, zoals dat heet. Voor de duvel niet bang en behept met een enorme geldingsdrang. “Ik ben een winnaar. Sterker: ik haat verliezen. Dat is ook de reden waarom ik na de winterstop tegen zoveel gele kaarten – elf over het hele seizoen – opliep. Puur frustratieovertredingen op de helft van de tegenstander. Dom, ik weet het en dat moet er uit. Den Bosch is kwalitatief beter dan RBC en ook daardoor verwacht ik mezelf beter in de hand te kunnen houden.” Het dagelijkse verblijf in het Arnhemse zal ook een impuls betekenen voor het feel good-gehalte van Brock. “Een beetje vergelijkbaar met Theo Janssen, ja. Ik ken hem persoonlijk en hij is ook een jongen van de stad. Maar laat ik duidelijk zijn. Als Ajax was gekomen, was ik echt wel naar Amsterdam verhuisd, hoor.”