Inspirator
“Het leek wel of we met 3-0 gewonnen hadden.” Dat was niet zo, NAC Breda tegen FC Twente eindigde in 0-1. De wijze waarop het Bredase publiek de spelers bedankte voor de inspanningen, had alles te maken met de passionele manier van voetballen in de tweede helft. “Achteraf gezien hadden we misschien beter met meer druk naar voren kunnen starten. Want hier hoeven wij voor niemand angstig te zijn”, vond Anthony Lurling.
“Wie je ook tegen krijgt in Nederland, iedereen heeft problemen met druk op de bal. Ook Ajax en zeker ook PSV. Die zag ik eerder deze middag voetballen en ik was niet bepaald onder de indruk. Met pressie bedoel ik niet 90 minuten lang afjagen, want dat houdt niemand vol. Maar zoals wij dat vandaag na rust tegen Twente deden, dat is de goede manier. Dan kun je ook een sterk team als Twente tot de lange bal en zelfs fouten dwingen. Jammer dat we onszelf in die fase vergaten te belonen. Ik vond dat wij een punt verdienden. Trouwens ook jammer van die penalty, dat was natuurlijk een onnodige overtreding.”
Ondanks de nederlaag overheerste een positief gevoel in het Bredase kamp. De jarige Alex Schalk had de hype rondom zijn persoontje kunnen verhevigen. Tot twee keer toe verdween zijn inzet echter net langs de verkeerde kant van de paal. “Met Alex en ook met Omer Bayram erbij hebben we voorin veel mogelijkheden. Matthew Amoah kan ook op tien, dat wil hij zelf ook het liefst. Ik begrijp dat deze speelwijze risico’s met zich meebrengt. In de omschakelmomenten en in de duels achterin wordt dan volledige scherpte vereist.”
Uit de tenen
Zoals de inmiddels 34-jarige Bosschenaar die zelf etaleerde. Lurling rende en vloog als in zijn fysiek beste jaren over het veld. Hij, de technicus, als een heuse inspirator en aanjager. In de slotminuten zelfs in het rechterverdedigingsblok van NAC, waar hij eerst Bajrami de bal ontnam en na het opdribbelen opende met een crosspass. “Die kwam regelrecht uit mijn tenen, hoor. Maar ik voel me hartstikke fit, heb deze week zeven keer getraind en dat is lang geleden. Vorig seizoen slikte ik wekelijks pijnstillers, soms zelfs twee stuks diclofenac voor een wedstrijd. Dit is mijn laatste contractjaar bij NAC, maar ik weet zeker niet mijn laatste voetbaljaar. Laatst sprak ik mannen als Hans Gillhaus en Arnold Scholten. ‘Ga zo lang mogelijk door als je kan, want er is niks leuker dan voetballen’, zeiden ze. En zo is het. Ik zou hier graag blijven, een mooie club. Ik las in een landelijke krant dat wij met NAC als vijftiende geprognotiseerd zijn. Nou, echt niet. Wij kunnen absoluut beter.” Met de les van de tweede helft tegen Twente als uitgangspunt.