‘Staan waar we horen te staan’

foto Geert van Erven

Van de mensen van de televisie had hij het zojuist vernomen. “Vier stuks.” Slechts vier ballen had Jelle ten Rouwelaar richting doel gekregen. Drie daarvan mondden uit in een goal. Dat zei iets over de effectiviteit van Roda JC, dat zei iets over de dominantie van NAC. Of mocht NAC dat overwicht hebben en wachtten de counterspecialisten uit Limburg geduldig op de momentjes die hoe dan ook komen zouden?

“Bij winst was het zo goed als klaar geweest. Nu wordt het dit weekend weer VVV in de gaten houden”, verzuchtte Ten Rouwelaar. “Een uur lang hebben we behoorlijk gespeeld, vind ik. Hoewel we voorin weinig konden afdwingen. Bij die 0-1 stonden we niet goed, de 0-2 was dodelijk. We waren gewaarschuwd voor hun spel, maar toch liepen we in de val. De ene week pak je een punt bij Twente en dan nu dit. De ranglijst zegt alles. We staan waar we horen te staan.”

Nog net veilig, één plekje boven de rode streep. Zeven punten (doelsaldo NAC is vele malen beter) moet VVV goedmaken op NAC, er daarbij vanuit gaande dat de Bredanaars zelf niks meer halen. Met andere woorden: is al die drukte niet overdreven? “VVV speelt nog vier wedstrijden, dat kunnen twaalf punten zijn. Zo moet je denken. Ik heb wel vaker rare dingen zien gebeuren”, zei de doelman.

Vijftien

Even tevoren nog, voor zijn neus. Valt die kopbal van Botteghin vlak voor de 0-1 binnen, dan had Ten Rouwelaar vermoedelijk onderdeel uitgemaakt van een Bredase polonaise. Zo kan het gaan. Met de middelen die NAC heeft is plaats vijftien realistisch. Voor meer is het team niet stabiel genoeg, voor minder heeft het net teveel individuele kwaliteiten in huis. Dertig kilometer in oostelijke richting kan worden afgekeken hoe je met (nog) minder meer kunt doen.

Be Sociable, Share!