Roept U maar….
Terug naar maandagavond. Een bizar slecht FC Oss liet zich toen een uur lang te kijk zetten door Helmond Sport. De 3-0 was op dat moment een zeer magere afspiegeling van de krachtsverhoudingen. ‘Dit is toch geen betaald voetbal meer’, zei een supporter van Helmond veelbetekenend nadat een speler van Oss de bal maar weer eens zomaar had ingeleverd.
Maar zie daar de (eind)resultaten. Een half uur plus anderhalf in en tegen FC Den Bosch later heeft FC Oss er vier punten bij. Via uiteindelijk toch nog een 3-3 in Helmond en een 1-2 zege bij de aartsrivaal in de Brabantse hoofdstad. De tussenbalans leert dat Oss het kerstreces ingaat met één punt meer dan Den Bosch. Wtf, kan het nog gekker? Of is dat niet anders dan de kille realiteit anno 2012/2013? Die vertelt dat alles en iedereen bij FC Den Bosch ernstig behoefte heeft aan een flink portie zelfreflectie.
En daarbij op zijn minst tot de conclusie moet komen dat de Bossche voetballers in ieder geval alvast op één onderdeel schromelijk tekort schieten: op dat van de mentale weerbaarheid. Jan Poortvliet stipte het na afloop nog maar eens aan. “Als je op achterstand komt, wil dat nog niet zeggen dat de wedstrijd verloren is.” De coach van FCDB, ooit zelf als speler juist het tegenovergestelde van waar het momenteel aan schort binnen de selectie, moet het zo langzamerhand ook niet meer weten. Had het dan allemaal te maken met die momenten in de tweede helft van de eerste helft? Toen eerst Benjamin van den Broek een duizend procent kans verprutste door de bal volledig vrijstaand wild over te jagen? En even later Roy de Ruiter bij de eerste de beste kans voor Oss wel toesloeg? “Tijdens de rust hebben we de druk opgevoerd. Want het kon natuurlijk wel. Maar blijkbaar zijn niet alle spelers daartegen bestand”, verzuchtte Poortvliet met een verwijzing naar de tweede helft.
Waarin de thuisclub eigenlijk nauwelijks in staat bleek een vuist te maken en FC Oss defensief redelijk eenvoudig op de been bleef en er al snel een tweede doelpunt bij prikte. Wat is er loos met FC Den Bosch, de club die in mei nog op de drempel van de eredivisie stond? Uiteraard, Jordens Peters, Kees van Buuren, Paco van Moorsel, Danny Verbeek en Ronnie Reniers zijn er niet meer bij. En dat scheelt een slok, zeker als blijkt dat de vervangers in totaliteit niet van hetzelfde kaliber blijken te zijn. Echter, waarom lukt het incidenteel wel om bijvoorbeeld met z’n tienen een 1-0 tegen Cambuur (dinsdag) over de streep te trekken, maar diezelfde vastberadenheid nooit als een stabiele eigenschap over een langere periode naar boven te toveren? In competitieverband slaagde Den Bosch er dit seizoen pas één keer een achterstand om te buigen. Da’s een veeg teken.
Kwetsbaar
Neem Bart van Brakel. In potentie een prima voetballer en vorig seizoen van eredivisieniveau. Maar nu? Op het oog plichtmatig werkt de middenvelder zijn wedstrijdjes af. Alsof hij er met zijn gedachten niet bij is. In ieder geval geen schim meer van toen. Neem Joey Brock. Met een beetje fantasie mag de back de verpersoonlijking van het huidige FC Den Bosch worden genoemd. Soepel ogend aan de bal, altijd op zoek naar de voetballende oplossing. Maar ook vrijwel altijd goed voor tenminste één slippertje. Zoals tegen Oss toen hij meende te moeten stappen voor buitenspel terwijl de situatie zich daarvoor niet leende. Met de 0-2 tot gevolg. “Het toonde maar weer eens aan hoe kwetsbaar we zijn”, refereerde Poortvliet eveneens aan de 0-1 toen geen Bossche verdediger zich op het beslissende moment bekommerde om De Ruiter. De spits die etaleert wat Den Bosch generaal zo mist. Een speler met vele ‘aandachtspunten’, maar wel te allen tijde gezegend met een profvoetbalwaardige (en aanstekelijke) drive. Niet geheel toevallig rechtte Oss in Helmond pas de rug nadat De Ruiter erin was gekomen. En daarmee zes dagen later een basisplaats verdiende. Doorgaan tot het gaatje of met ziel en zaligheid, noemden ze dat vroeger in de tijd van Poortvliet. Wellicht zouden ze daar in het Bossche eens over na moeten denken….