Alle ballen op Nicky
Dertien seizoenen lang maakte hij deel uit van diverse BVO-jeugdopleidingen. Dat zegt in ieder geval één ding: die Nicky van Ooyen kan wel wat met een bal. Dat gegeven alleen is echter niet voldoende. De nu 20-jarige jongeman weet dat zelf als geen ander. “Ik flap er van alles uit, ook als de momenten daar niet geschikt voor zijn.”
Nicky van Ooyen uit Oosterhout was zeven jaar oud toen scouts van Feyenoord hem naar Rotterdam lokten. “Maar de afstanden werden een probleem. Mijn ouders vonden het te gek worden en terecht.” Willem II bood uitkomst. Voetballend ging het daar prima, maar met school omgekeerd evenredig. “Willem II hanteerde de regel ‘geen goede punten op school is niet spelen’. Ik was meer bezig met kattenkwaad uithalen en zo, dus dat schoot niet op. Ze waren daar in Tilburg heel strikt in. Na de D1 kon ik vertrekken.”
Profstation
RKC Waalwijk werd de volgende halte voor Van Ooyen. Zijn gedrag en prestaties op school verbeterden. Van het stempel ‘lastige jongen’ kwam hij echter niet af. “Dat vermoed ik althans. In een soort stagewedstrijd waaruit spelers geselecteerd werden voor verdere doorstroming liet ik mijn beste voetbal ooit zien, maar ik mocht niet blijven.” FC Den Bosch werd het laatste profstation voor Van Ooyen. “Ik presteerde niet slecht, maar een contract zat er niet in. En eerlijk gezegd was het plezier ook een beetje weg.”
Murw gebeukt hervond de toen 19 jaar oude Van Ooyen de spelvreugde bij TSC, de club uit zijn geboorteplaats en daar waar zijn vrienden voetbalden. Als voetballer pur sang bleven de ambities echter branden. “Nog altijd heb ik de hoop op een stap hogerop niet opgegeven. Dongen toonde interesse, maar mijn gevoel was niet goed. En dan komt dat eigenwijze in mij boven. Dan doe ik het niet. Na een gesprek bij WSC met Tom Heijkoop voelde ik de klik wel.”
Systeem
En zodoende is eersteklasser WSC Waalwijk de zesde club voor Van Ooyen in zijn nog prille sportloopbaan. “Als een springplank, dat heb ik ze ook verteld. Ik heb heus in de spiegel gekeken. Dat het op deze manier gelopen is, ligt echt niet alleen aan anderen. Ik ben niet altijd makkelijk. Maar als ik het ergens niet mee eens ben, zeg ik dat.” Blijkt nu ook bij WSC. Het was Van Ooyen die na vier duels naar trainer Heijkoop stapte met verzoek het spelsysteem aan te passen. “Dat 4-4-2 werkte niet, andere spelers waren het met mij eens. WSC heeft de spelers voor 4-3-3. In dat systeem kom ik zelf ook beter tot mijn recht. Bij Feyenoord was ik rechtsbuiten, maar nadien ben ik middenvelder geworden. Ik wil de bal altijd hebben. En als ik die niet krijg, maak ik dat kenbaar.” In gebaar en vooral woord. Oh ja, WSC voetbalt inmiddels in een 4-3-3-systeem…