Cijfers
foto Bert Stottelaar
Alweer even geleden, in de goeie tijd zoals hij het zelf omschrijft, was Schijndel een toonaangevende club in hoofdklassenland. Met Patrick Smulders als steunpilaar in de defensie pakte Schijndel twee keer de titel. Nu, vijf jaar na dato, is Schijndel verworden tot een eersteklasser. Een platform dat de club zo snel als mogelijk achter zich wil laten. Met de inmiddels 32-jarige Smulders als inspirator en organisator van achteruit.
“Ik ken de tegenstand niet op eerste klassenniveau, maar ik verwacht niet dat Schijndel met twee vingers in de neus eventjes een terugkeer bewerkstelligt. De insteek van de club, en dat heb ik ook uit de gesprekken met trainer Mark Schenning opgemaakt, is in ieder geval om zo snel mogelijk weer in de hoofdklasse te voetballen”, weet Smulders, die het laatste halfjaar niet op het veld actief was. “Wekelijks heb ik twee keer in de zaal gespeeld, dat wel. Waarom ik vlak voor Kerstmis ben gestopt bij UNA? Trainer Gösgens zette me op de bank en ik vond dat daar geen aanleiding voor was. Bovendien waren de redenen vaag. Toen trok ik voor mezelf de conclusie dat er voor mij weinig eer meer te behalen was bij UNA. Jammer, want het is een prachtige club. Puur afgaand op de cijfers heeft hij overigens gelijk gekregen, want UNA heeft het fantastisch gedaan.”
De cijfers van Schijndel logen afgelopen seizoen ook niet. Maar met de aanwinsten die zijn binnengehaald, gevoegd bij wat is gebleven aan spelersmateriaal, lijken de voorwaarden daar om snel zaken te doen. “Ik ga er vanuit dat Schijndel mijn laatste club op dit niveau wordt, ja. Hoewel je dat eigenlijk nooit met zekerheid kunt zeggen als het over de voetballerij gaat.” De kans is niet ondenkbeeldig dat Smulders op termijn afsluit bij SBC uit zijn geboorte- en woonplaats Son en Breugel, daar waar hij ooit begon als tienjarige en twee jaar later door FC Eindhoven gescout werd. “Maar of dat nou in het eerste, vierde of achtste wordt: geen idee. Dat is ook voor latere zorg. Het is dat het me nu gevraagd wordt, maar eerlijk gezegd ben ik daar niet echt mee bezig geweest.”
1
2