Hartzeer
Met lede ogen ziet Tonnie van Veghel aan hoe zijn TOP verder wegglijdt. Trouw bezoekt de inmiddels 81-jarige Ossenaar zoveel mogelijk wedstrijden van de hekkensluiter in de eerste klasse. “Soms moeten ze me wel aanduwen, hoor.” Het gevoel voor humor zit er nog steeds in bij Van Veghel, die in het verleden één van de bestuurlijke boegbeelden was van TOP. Een bekende in het amateurvoetbalwereldje. “Ja”, antwoordt hij gedecideerd als hem gevraagd wordt of hij weleens terugdenkt aan die goeie ouwe tijden. “Ik zie ons nog het algehele zondagkampioenschap behalen bij Unitas. De jonge Mario van der Ende was de scheidsrechter en we wonnen met 3-1.”
Anno 2011 is alles anders. Ook met Van Veghel persoonlijk. Inmiddels heeft hij drie hartoperaties achter de rug. “Als ik mezelf in acht houd, gaat het wel. TOP? Tja. De klad is erin gekomen toen die BVO kwam. En geldgebrek, hè. We hebben geen knoop, ook de FC niet. Bovendien, als spelers tegenwoordig elders een dubbeltje meer kunnen beuren, zijn ze weg. Het is lastig en ik kan niet anders meer doen dan dingen constateren. Ik kan er zelf niks aan veranderen. Nu moeten we ernstig rekening houden met degradatie, ja. Twee vliegen er direct uit en twee teams spelen nacompetitie. Zondag tegen OSS’20. Die zullen ons niets cadeau doen en sportief ook terecht. Aan de andere kant, als je ziet hoe die Limburgers elkaar allemaal helpen, dat maakt het er voor ons niet makkelijker op.”
Een diepe zucht volgt. “Stel dat we inderdaad naar de tweede klasse gaan, dan hoop ik dat we de boel enigszins bij elkaar kunnen houden. We hebben best een aantal goede jeugdspelers. Van daaruit moeten we dan maar gaan bouwen. Fuseren? Daar is al zolang sprake van, maar uiteindelijk neemt niemand het initiatief. Toen ik nog wedstrijdsecretaris was, beschikte TOP over een stuk of vijftien seniorenteams, nu over vijf. Maar ja, toen waren er ook niet zoveel clubs in Oss. Deze hele gang van zaken doet me pijn. Maar meer dan afwachten en hopen zit er helaas niet in.”