‘Heel zware competitie’
Elf seizoenen lang speelde Schijndel onafgebroken – en niet onopgemerkt – in de Hoofdklasse. Een podium waarop de club zich na de degradatie in april zo snel mogelijk weer wil manifesteren. “Wij zetten zeker in op een kampioenschap, maar daarbij zullen we vermoedelijk niet de enigen zijn”, geeft Mark Schenning het verschil aan tussen willen en kunnen. “Ik verwacht zeker op fysiek vlak een heel zware competitie.”
Met een redelijk complete groep (drie spelers ontbraken nog) zette Schenning deze week de eerste stapjes richting het beoogde doel. “Het liefst had ik nog één of twee spelers extra erbij gehad, maar al met al ben ik tevreden over de samenstelling van de selectie, die denk ik vooral gelijkwaardiger is aan elkaar ten opzichte van vorig seizoen. Hoewel een aantal jonge jongens in eerste instantie zal moeten doorgroeien. Uiteindelijk zal er een ploeg staan die in mijn optiek als collectief het best bij elkaar past.”
Zoals verwacht wordt de eerste klasse D het werkterrein voor Schijndel. “De meeste tegenstanders, vooral die uit Limburg, ken ik niet zo goed. Geen ramp, want in principe moet je ook uitgaan van eigen kracht. Compact naar voren spelen zal het uitgangspunt worden.” De zes weken voorbereidingstijd gaat Schenning aangrijpen om die speelwijze erin te slijpen. “Het resultaat zal de komende weken van ondergeschikt belang zijn. Fit worden en blijven vind ik naast teamprogressie belangrijker.” Morgen (zaterdag) komt Schijndel voor de eerste keer in actie. Op eigen veld is UDI’19 vanaf 17.00 uur de tegenstander. “Van de 19 spelers die ik nu op de lijst heb staan, wil ik er in die wedstrijd zoveel mogelijk laten spelen.”