‘Ik ben één en al voetbal’
Henk van Boxel heeft actief al met heel wat clubs te maken gehad, maar de rode draad in het verhaal is het Moerdijkse TPO: tussen puinhopen opgericht. “Letterlijk ook ten gevolge van de oorlog”, weet de 55-jarige coach van Seolto. “Ik word een succestrainer genoemd”, zegt hij zonder schroom en niet onterecht, want Van Boxel sleepte als coach menige prijs in de wacht. “Met Seolto mikken we nu op de derde periodetitel.”
Het leven van Henk van Boxel wordt in een notendop toch vooral gekenmerkt door één ding: zijn passie voor de voetbalsport. “Ik ben één en al voetbal.” Van Boxel was bijna Abraham toen hij nog in het eerste elftal van TPO opdraafde. Zijn club. Daar waar hij in 1970 als 14-jarige vanuit de A-junioren naar de C-junioren terug moest vanwege gebrek aan mankracht, maar in datzelfde seizoen de overstap naar het eerste elftal maakte. “Ik had mijn postuur mee. We voetbalden in de tweede klasse van de Brabantse Bond.” Acht jaar lang zette Van Boxel zich met ziel en zaligheid in voor TPO, maar toen zich een mogelijkheid aandiende bij Internos, verkaste hij naar Etten Leur.
“Een prachtige tijd was dat. Internos voetbalde in de tweede klasse van de KNVB. We wonnen de beker van het district Zuid 1 door in de finale Schijndel te verslaan na strafschoppen. Ik maakte de beslissende”, weet Van Boxel zich het moment nog helder voor de geest te halen.” Na wat omzwervingen belandde Van Boxel, hoe kan het anders, op het oude nest. Met TPO behaalde hij als trainer/speler – op een bescheiden niveau – grote successen. Met een uiteindelijke promotie naar de vierde klasse als absoluut hoogtepunt. Omdat Van Boxel net een contract als trainer van Zwaluwe tekende, heeft hij zelf nooit ‘KNVB’ gespeeld met TPO. “Dat vind ik nog steeds erg jammer.” Maar de gloriemomenten overheersen bij Van Boxel, die ook met clubs als Madese Boys, Beek Vooruit en SVC promoveerde.
Dat kan dit seizoen met Seolto ook nog, maar niet meer via een kampioenschap. “We mikken op de derde periode. Relatief gezien is het programma in die reeks te doen. Belangrijke spelers als Van Tilborgh en Polhuys zijn eindelijk fit. Aan de andere kant is het jammer dat De Klerk vanwege een sluimerende blessure niet honderd procent is en voor Potters geldt in feite hetzelfde na zijn kruisbandblessure. Als we iedereen aan boord hebben, heeft deze groep voldoende kwaliteit om mee te doen. Er moet alleen niet al te veel gebeuren, want in de breedte houdt het niet over. Al met al weet iedereen binnen de club dat leuk meedraaien in de derde klasse een reëel streven is. En hoewel er vanuit de jeugd beslist talent onderweg is, houdt het daarmee vooralsnog op.”