Nederig

foto Jan v.d. Broek - sv Someren

foto Jan v.d. Broek – sv Someren

Vooral het schrijnende gebrek aan scorend vermogen nekte Someren vorig seizoen gedurende het hoofdklassendebuut van de Oost Brabanders. Met een daardoor onvermijdelijke degradatie tot gevolg. Nu, een trede lager, lijkt dat probleem uit de wereld. “Heeft waarschijnlijk ook met het niveauverschil te maken”, zegt Bas Boonman, bij Wittenhorst (0-4) verantwoordelijk voor de totale productie.

Of zijn schouders maandag een tikkeltje beurs waren, luidde de vraag. “Ha, ik begrijp wat je bedoelt. Wel een beetje, ja. We hebben er in de kantine van Someren een mooi feestje van gemaakt.” Puur om te genieten van het moment overigens, want bij Someren zijn ze nuchter genoeg om te beseffen dat de huidige topklassering (tweede) op basis van drie overwinningen niet meer dan een goed begin is. “We hebben een langere reeks van goeie wedstrijden met resultaat nodig om onze daadwerkelijke positie in deze afdeling redelijkerwijs te kunnen inschatten.”

Zo. Geen speld tussen te krijgen. Met een plekje bij de eerste vijf plus mogelijk een periodetitel zette de selectie van coach Harjan de Wit vooraf bescheiden in. Op z’n Somerens. “Voorzichtig? Ach, volgens mij is het beter om later naar boven bij te stellen dan andersom.” Nee, in Someren laten ze zich niet snel gek maken. Hoewel een snelle terugkeer naar ’s lands één na hoogste amateurvoetbalklasse met een spelersgroep die intact is gebleven best reëel lijkt. “Door de komst van Thijs van Pol (Deurne) uit Asten zijn we zelfs iets sterker geworden,klopt. En ondanks alles hebben wij in dat ene jaar Hoofdklasse best veel geleerd. Dat merk ik momenteel. Het gaat bij ons allemaal net wat soepeler in vergelijking tot twee jaar geleden in de eerste klasse. Puur vanwege de ervaring, denk ik.”

Gaaf

Waar Boonman (21) in de vorige jaargang één luttel goaltje mocht bijschrijven, staat zijn teller nu al op vijf. “In de Hoofdklasse speelde ik veelal op tien, soms op links. Dit seizoen startte ik op tien, maar de laatste twee wedstrijden sta ik in de spits.” Laten staan dus! “Mij maakt het niet zoveel uit, als ik maar een aanvallende rol heb. Die vier bij Wittenhorst? Je zou denken dat alles wat ik die dag aanraakte in het doel belandde. En dat was ook zo, ha, ha. Nou ja, een beetje dan. Gaaf om mee te maken, hoor. Maar je moet het ook niet overdrijven. Ik kreeg de ballen gewoon heel lekker aangereikt. En je weet hoe het dan werkt. Dan ligt de nadruk van buitenaf op degene die ze maakt. Verwachtingspatroon? Daar heb ik al wel over nagedacht. Door die goals verwacht men misschien meer. Het is aan mij om die lijn door te trekken. Maar hoe dan ook, het team zal altijd voorop staan. En dat hoef je bij ons echt niemand aan het verstand te brengen.”

 

Be Sociable, Share!