Nu is nu
foto Gert Jan van Linschoten
En of die handen van Henk van de Langenberg de lucht in gaan als TSC zondag succesvol is. Ook al is de tegenstander dan JEKA, de club waar hij tot medio 2011 zes jaar achtereen werkzaam was. “Ik gun hen het allerbeste en van mij mogen ze heel veel gaan winnen. Maar pas na komend weekend. Ik vind dat zo’n flauwekul, dat niet juichen tegen je voormalige ploeg. Als je blij bent mag je dat toch gewoon laten blijken?”
Onder de leiding van Van de Langenberg stootte JEKA vanuit de derde klasse twee afdelingen door. Een tijdperk dat hij altijd zal koesteren. “Absoluut, maar nu is nu. Ja, ik sta er wel van te kijken dat JEKA zo laag staat. Tijdens de voorbereiding speelden wij tegen ze en toen waren we behoorlijk kansloos. Ik schatte JEKA toen in voor een top vijf notering en dat doe ik momenteel eigenlijk nog steeds. Want daar hebben ze namelijk wel de kwaliteiten voor.”
Die dan volgens hem net als bij zijn eigen TSC met name in het offensieve gedeelte zitten. “Daarom verwacht ik een redelijk open wedstrijd. Met ook veel strijd. Zij moeten sowieso, maar wij in feite ook. Vooraf had ik getekend voor 15 punten bij het ingaan van de winterstop, maar nu we die eenmaal bij elkaar hebben, mik ik toch op meer. Ervaringen uit het verleden zeggen mij dat je circa 32 punten nodig hebt om veilig te zijn. En dat is ons hoofddoel: handhaving.”
Luxeprobleem
Gek genoeg startte Van den Langenberg met TSC na de promotie in mei met de in zijn ogen sterkste formatie niet bijster succesvol. Twee vette nederlagen deden het ergste vrezen, zeker toen een aantal vaste krachten met blessureleed te maken kreeg. “Zo zie je maar, in tijden van nood dienen zich meestal weer onverwachte alternatieven aan. De vervangers, waarbij ook jongens van 18 en 19, deden het prima. Soms hadden we een mazzeltje, maar per saldo zijn we er alleen maar sterker op geworden. Een luxeprobleem als de geblesseerden weer aansluiten? Nee hoor, hoe meer keus, hoe beter”, beweert de coach, wiens eerste opdracht het is van TSC een stabiele eersteklasser te maken. Bestaand uit een groot aantal voetballers uit eigen gelederen. “De jeugd speelt allemaal op een redelijk niveau, maar om de aansluiting makkelijker tot stand te brengen, is de vierde divisie eigenlijk net iets te laag. Daar wordt momenteel hard aan gewerkt. Als je jaarlijks één of misschien twee A-junioren kunt overhevelen naar je eerste selectie, doe je het goed.”
1
2