Vaatje buskruit
In de jeugd, met het tweede elftal van Haarsteeg en nu met vierdeklasser Den Dungen heeft Martin de Laat bewezen een kwaliteit te hebben waarover niet al teveel spelers beschikken. En dat is doelpunten maken, aan de lopende band. Dit seizoen staat de teller alweer op 21. Hamvraag is dus: kan De Laat dat kunstje ook op een hoger niveau flikken? “Dat zal moeten blijken, maar ik denk het wel.” Met Den Dungen hoopt de goalgetter via de nacompetitie promotie af te dwingen, zodat hij het bewijs in eerste instantie in zijn eigen omgeving kan leveren.
Doelpunten voorkomen of er juist zoveel mogelijk proberen te maken. Meer smaken kent De Laat (20) niet sinds hij met voetballen begon. Tot en met de D-pupillen stond Martin net als zijn vader onder de lat, daarna is de overkant van het veld zijn werkterrein geworden. “Heel eventjes heb ik als middenvelder gespeeld, maar dat was niets voor mij. Mijn geheim? Sterk zijn aan de bal, doelgerichtheid en op de juiste plaats staan. Maar je moet het ook niet groter maken dan het is, hoor. Want als ik geen aanvoer krijg, houdt het natuurlijk snel op.” Ook op een ander gebied scoort De Laat veelvuldig en daar is hij niet trots op. “Per seizoen ontvang ik gemiddeld een stuk of vijf, zes gele kaarten. Allemaal wegens praten of een bal wegtrappen. Als ik gras ruik, word ik redelijk ontvlambaar. Ik laat me nogal snel uit de tent lokken en dat is niet goed. Met trainer Jan van Grinsven praat ik daar geregeld over. Hij maakt me bewust van de voorbeeldfunctie die ik heb en daarnaast is het natuurlijk zonde om mezelf en daardoor ook de ploeg tekort te doen.”
Voorbeeldfunctie? “Ja, ik ben momenteel in vervolg op mijn opleiding aan het ROC Tilburg bezig aan het trainersdiploma TC2. Daarvoor loop ik stage bij de D2 van PSV. Mijn cluppie, inderdaad. Ik heb een seizoenkaart, maar helaas mis ik nogal wat wedstrijden omdat wij op zondag zelf spelen. Maar even terugkomend op dat goede voorbeeld. Ik kan moeilijk de spelertjes erop wijzen dat die hun mond moeten houden tegen de scheids en zich correct dienen te gedragen als ik dat zelf niet doe. Ook al word ik geprovoceerd. Niettemin, ik leer! Sta nu pas op drie gele kaarten en ik bespeur progressie. Kan al iets beter tot tien tellen”, aldus De Laat, die medio 2010 terugkeerde naar Den Dungen. “Ik heb een jaartje landelijke A-jeugd gespeeld bij OJC en vorig seizoen bij Haarsteeg. Die stap naar de tweede klasse vanuit de junioren bleek erg groot. Ik speelde voornamelijk bij de reserves. Ook in dat opzicht mag ik stellen dat ik gegroeid ben.”