Vervoort van ene enclave naar andere
Dat Vincent Vervoort niet bij het rijtje spelers behoorde dat vanuit Gorinchem in Kaatsheuvel zal neerstrijken, was opmerkelijk. Navraag bij de voormalige speler van Baronie leert echter dat ook hij afscheid neemt van Unitas. “Ik ga bij Halsteren spelen. Ja, ook daar is sprake van een Bredase reűnie, ha ha”, refereert Vervoort aan de hereniging met onder meer trainer Peter Maas en de veldspelers Mathijs Hage, Frits Paap en Jard de Langen.
“Hoewel ik niet weet of Paap zijn definitieve jawoord al heeft gegeven. Maar dat ik Mathijs op zeker tref, was voor mij een belangrijke reden om voor Halsteren te kiezen. DESK kwam ook nog even in beeld door de move van die andere jongens, maar Halsteren had mijn voorkeur. Ook vanwege Peter Maas natuurlijk”, zegt Vervoort, die straks als controlerende middenvelder ingezet gaat worden. “Mijn favoriete positie, hoewel ik op andere plaatsen ook uit de voeten kan. Bij Unitas voetbal ik momenteel achter de spitsen.”
Klik
Het project Unitas is – op de eerste plaats voor Vervoort zelf – niet geworden wat hij er vooraf van verwachtte. “Het is erg wisselvallig. Met tegenslagen tijdens de wedstrijden blijken we maar moeilijk om te kunnen gaan. Op een of andere manier ontbreekt de ideale klik, terwijl er individueel kwaliteit genoeg rond loopt. De club gaat het beleid ook omgooien. Ze gaan het meer in de buurt zoeken. Met meer regionale spelers. Een verstandige keuze, denk ik”, weet Vervoort, die zich na volop blessureperikelen gedurende de voorbije jaren overigens weer fit voelt. Net als Stefan Wiegerink trouwens, weer een andere Bredanaar die uit Gorinchem vertrekt, maar nog geen club heeft.
“Verplaatsing van de Bredase enclaves? Daar lijkt het wel op, hè. Vind het aan de ene kant jammer dat ik die gasten niet meer zo vaak zal zien. Maar het weerzien met Mathijs en de rest vergoedt veel. Straks tègen DESK? Ja, daar hebben we het al over gehad. Dat we links en rechts wat zagen zullen gaan uitdelen om vervolgens na afloop een biertje met elkaar te drinken…”