Complex
Kozakken Boys tegen GVVV, da’s een aardig affiche. Twee gereputeerde namen in het zaterdagvoetbal. Waar GVVV echter volop in de strijd is om de titel en dus promotie naar de Topklasse, voert Kozakken Boys zwart-wit gesteld een achterhoedegevecht. Natuurlijk kunnen de Werkendammers nog vierde of zelfs derde worden, maar een troostprijs past – zeker voor de buitenwacht – niet bij de status van de club. “Onze naam is groot, maar we moeten niet meer die grote broek aantrekken”, verwijst Michel Langerak naar het afnemende budget en het feit dat een derde plaats overeenkomstig de doelstelling is.
Opboksen tegen verwachtingspatronen. Langerak zegt er niet onder gebukt te gaan. “Ben je mal. Ik heb voor twee jaar bijgetekend. Het wederzijds vertrouwen is groot. Als je het complex van Kozakken Boys binnen komt, proef je aan alles dat dit een bolwerk is. De faciliteiten zijn top. Maar we moeten, en daarmee bedoel ik iedereen die deze club een warm hart toedraagt, vooral proberen ook realistisch te zijn. Kijk naar de topscorerslijst van onze afdeling. Geen speler van Kozakken Boys staat daarin op een in het oog springende positie. En dan heb je meteen ons grootste manco te pakken. Nuchter analyserend concludeer ik dat wij in voetballend opzicht vrij vaak niet bepaald de mindere zijn. Het karwei afmaken is echter een ander verhaal.”
Soms zit de man, die als profvoetballer bij clubs als AZ, Sparta en Dordrecht’90 een doelpuntengemiddelde kende van één op vier, met gekromde tenen op de bank als hij lijdzaam heeft moeten toezien hoe er weer een kans verkwanseld is. “Scoren is een kwaliteit die je hebt of niet. Als dat specifieke gevoel minder ontwikkeld is, kun je daar wel aan werken. En dat is wat ik doe. In woorden maak ik de bewuste spelers duidelijk dat loeren op die momenten en geconcentreerd zijn ontzettend belangrijk is. Niet met de hakken op de grond staan toekijken. En tijdens trainingen leg ik praktijksituaties uit.” Met een minder gevulde portemonnee heeft Kozakken Boys geanticipeerd op het gebrek aan scorend vermogen met het oog op volgend seizoen. “We krijgen er drie jongens bij die bewezen hebben doelpunten te kunnen maken. Garanties geeft dat echter nooit. Mijn lat ligt hoog, maar niet te hoog, snap je?”