En toen ging het licht uit
Juist nadat hij naar later bleek met twee gebroken middenhandsbeentjes het veld had verlaten, ging ook letterlijk het licht uit. “Op teletekst staan we nu nog steeds op nul punten”, verzucht Joost de Laat met zijn hand in het gips. In de vaste overtuiging echter dat OJC Rosmalen die drie punten niet meer prijs gaat geven. Dat komt goed. Net als de gekwetste rechterhand. “Ik reken op vier weken afwezigheid.”
De Laat zelf had OJC bij De Valk voor rust al op een comfortabele 0-4 voorsprong gebracht. “Zij maakten in de tweede helft een goal, maar er was verder weinig aan de hand voor ons. Ik ging een alledaags duel aan en werd daarbij zonder opzet aan mijn hand geraakt. Mijn vingers klapten dubbel. Ik voelde en hoorde meteen dat het niet goed zat. Langs de kant duurde het nadien nog geen twee minuten totdat de lichtinstallatie weigerde. De Valk zal straks in het restant van 22 minuten ongetwijfeld volle bak spelen, maar dit mogen wij niet meer weggeven.”
De pijn valt mee, het is meer de beperking waarvan De Laat baalt. Voetballen zit er voorlopig niet in. “Vrijdag ga ik ter controle naar het ziekenhuis. Morgen (dinsdag) hervat ik – in aangepaste vorm – mijn werkzaamheden in een jeugdinrichting. Met fietsen en hardlopen verwacht ik binnenkort in ieder geval mijn basisconditie op peil te houden. Echt vervelend dit, net nu we met OJC de wedstrijden krijgen waarin voor ons wat te halen valt. Die nul uit twee kwam natuurlijk niet onverwacht. Venray en Gemert bleken inderdaad een maatje te groot voor ons. Maar daarvan schoten wij echt niet in de stress.”