foto Aart-Jan van Ingen

John van Loenhout (33) is een rijk man. Niet zozeer in de letterlijke zin van het woord, hoewel hij momenteel ‘niks’ doet. Maar de voormalige profvoetballer zegt in zijn nadagen veel (voetbal)plezier te hebben bij FC Lienden. En daarnaast krijgt hij de buitengewone gelegenheid om zijn kinderen – drie stuks – nadrukkelijk van dichtbij te zien opgroeien. “Als die straks groter zijn en ik in een vriendenteam van MOC’17 speel, ga ik werken. Zal ik moeten werken, want ik heb me niet binnen gevoetbald.”

Afgemeten aan zijn intrinsieke kwaliteiten was dat niet ondenkbaar geweest. “Ik heb niet alles uit mijn mogelijkheden gehaald. Ik durf te stellen dat ik puur op basis van mijn voetbalcapaciteiten kon wedijveren met de beteren. Helaas heb ik onvoldoende snelheid en ben niet erg dynamisch. En dat heb je nodig voor de top.” Als broekie zorgde Van Loenhout er met 21 goals mede voor dat RBC destijds promoveerde naar de eredivisie. “Ik had de clubs voor het uitzoeken. Ik koos voor RKC, omdat die club bekend stond vanwege het feit dat daar veel talenten een kans kregen. Na wat aanpassingsproblemen pakte ik de draad op en draaide van lieverlee goed mee. Ik leek zeker van een basisplaats, maar Martin Jol dacht daar anders over. Hij moest keuzes maken en ik was als jong ventje een makkelijke prooi. In de media heb ik toen wat geroepen en daarna is het daar nooit meer goed gekomen.”

VVV en De Graafschap werden zijn volgende clubs. “Tussendoor ketste een transfer naar Engeland op het laatste moment af. Barnsley had in alle opzichten een mooie stap kunnen zijn. Bij De Graafschap scheurde zowel mijn voorste- als mijn achterste kruisband af.” Al met al werd het profavontuur van Van Loenhout dus geen onverdeeld succes. Met iets meer geluk en wijsheid op de bepalende momenten had er wellicht meer in gezeten. “Ach, je kunt ook zeggen dat ik net op tijd ben geboren. Ik kan nu prima leven van mijn CFK-uitkering, aangevuld met wat ik bij Lienden verdien. Mij hoor je niet klagen. Ik voetbal nog steeds zoals ik dat vroeger op straat deed. Als ik er geen plezier meer aan beleef, zou ik er acuut mee stoppen. Heel gek, maar ik ben trouwens fitter en meer afgetraind dan ooit. Hoef zelfs niet meer zoals vroeger op mijn voedsel te letten.”

Volgens Van Loenhout is het lekker voetballen in de Topklasse. “Een super vernieuwing! Je krijgt in deze afdeling ook veel meer de ruimte om te voetballen dan in de hoofdklasse. Vergelijkbaar met het verschil tussen ere- en eerste divisie. Dat wij met Lienden hots-knots-begonia-voetbal zouden spelen is niet waar. Naar mijn zin hanteren we soms iets teveel de lange bal, dat klopt. Maar wij hebben bewezen ook prima voetbal te kunnen spelen. Volgend seizoen zal dat er met de nieuwe spelers die al hebben toegezegd en nog zullen tekenen alleen maar beter op worden. En eerlijk is eerlijk, ik heb in 15 jaar betaald voetbal weinig betere trainers meegemaakt dan Hans Kraay junior. Hij ziet natuurlijk veel trainingen van het Nederlands Elftal en die brengt hij op zijn eigen manier in de praktijk bij ons. Alles met de bal. Inderdaad, nu nog een structurele vertaling naar de wedstrijden.”

Be Sociable, Share!

•