Foute boel
Vooralsnog is het niet zijn seizoen. Had Remon Koenen als gevoelige buitenspeler eindelijk de juiste touch weer een beetje te pakken, blijft hij met de punt van zijn linkerschoen in het gras haken. “Ik voelde en zag meteen dat het foute boel was. Mijn enkel was drie keer zo dik! En veel pijn.” Vanuit het ziekenhuis hoorde hij later dat Dongen met 2-0 gewonnen had bij De Valk. “Dat maakte de dag toch nog een beetje goed.”
Nog minstens drie dagen moet Koenen met zijn been omhoog zitten. Daarmee hopen de medici dat het vocht weggetrokken zal zijn en het dan mogelijk is opnieuw een scan van het gewricht te maken. Eentje waarop wel wat te zien is en aan de hand waarvan de diagnose gesteld kan worden. “Een breuk is het niet, dat hebben ze in het ziekenhuis al wel geconstateerd. Misschien valt het mee, maar eerlijk gezegd ben ik bang van niet. Ik vrees voor letsel aan de banden. Ik heb nu ruim een dag later in ieder geval flink last.”
Langdurig uitgeschakeld
Het ongeluk net voor rust was ook echt een ongeluk. “In een sprintduel richting achterlijn tikte mijn tegenstander mijn voet lichtjes aan. Op zich was er niet veel aan de hand, geen overtreding of zo. Maar ik bleef met mijn voet in het gras steken. Mijn vader en moeder, die als supporters langs de kant stonden, hebben mij naar een ziekenhuis vervoerd.” Na doelman Timen Beijes lijkt Koenen dus de tweede speler van Dongen die langdurig uitgeschakeld is. “Net nu het gevoel weer aan het terugkeren was. Klopt, het was een tijdlang niet best. Aanvankelijk verschuilde ik me achter de ook niet altijd even geweldige teamprestaties, maar dat was niet terecht. Eerst altijd naar jezelf kijken, realiseerde ik me later.”
Nu dreigt tijd te over voor zelfreflectie. “Ik ben bang van wel, ja. Heel zuur, want ook als team gaat het steeds beter. Die bekernederlaag tegen JEKA was een incident, hoewel ook een streep door in ieder geval mijn persoonlijke doelen. In de beker heb ik mijn mooiste voetbalervaringen gekend. Kampioen van Nederland worden heeft veel impact op mij gemaakt.”