‘Gemert favoriet’
Door de clubleiding is hem wat dat aangaat geen druk opgelegd, maar Bert Ruijsch heeft niet voor Venray gekozen vanuit de Olympische gedachte. “Ondanks het moeizame vorige seizoen staat er wel iets en bovendien ga ik niet wekelijks honderden kilometers rijden om bij wijze van spreken achtste te worden”, verzekert de in Zaltbommel woonachtige coach met Bossche roots.
Zondag legde Ruijsch samen met assistent, voetbalklankbord en vriend Peter Netten het traject voor de eerste keer officieel af. In het noordwesten van Limburg stonden twee trainingen gepland, onderbroken door een lunch. “Het kriebelde, ik ben blij dat het weer begonnen is. Nieuwe ballen, mooi veldje. De eerste indruk? Min of meer een bevestiging van wat we al wisten. De, zeg maar, eerste veertien spelers beschikken over een heel aardig niveau. Een mix van voetballend vermogen en kracht plus twee prima keepers. De rest van de selectie zal moeten aanpikken. Daar zullen we als staf energie in moeten steken, want het is een utopie om te denken dat je niet alle spelers bikkelhard nodig zult hebben.”
Restverdediging
Net als zijn collega’s gaat Ruijsch uit van een ‘ongelooflijk sterke hoofdklasse’. “Ik zie op voorhand geen zwakke broeders. Ik schat mijn vorige club Gemert inclusief de spelers die ze gehaald hebben in als favoriet. Met Venray willen wij in ieder geval meedoen.” Doelpunten maken was – ook de voorbije jaargang – nooit het probleem bij Venray. Als pure liefhebber zal Ruijsch het accent daarop blijven leggen. “Uiteraard, ik zou alleen iets meer variatie willen zien. Door de komst van spelers als Bas Smulders en Koen Stevens (Jong VVV) is dat een realistisch streven. En daarnaast moeten we meer oog krijgen voor de restverdediging als wij in de aanval zijn. Wat minder makkelijk goals weggeven dus en dat kan door simpelweg een goede organisatie neer te zetten. Binnenkort gaan we met de groep in gesprek hoe we dat op het veld het best kunnen realiseren en met welk spelsysteem.”