‘Jongensdroom blijft’

Komend vanuit de eerste klasse heeft Torino Hunte het sprongetje naar de Hoofdklasse relatief makkelijk verteerd. Bij UNA/Brinvast heeft de 22-jarige Tilburger zich vanaf het begin tot een redelijk onomstreden basisspeler ontwikkeld. “Daar ben ik niet verbaasd over, want ik wist dat ik het in me had. Nu wordt het tijd voor de volgende fase. Ik heb mijn top namelijk nog niet bereikt en ben benieuwd waar die ligt.”

Dat kan overigens gewoon bij UNA, de club waar hij zich erg tof zegt te voelen. “Met die top bedoel ik ook mijn persoonlijk rendement. Ik heb tot nu toe denk ik in elke wedstrijd wel een goal of een assist op mijn naam en dat is mooi. Maar niet genoeg. Voor de beslissende fases na een actie ben ik mezelf aan het trainen om de rust te bewaren. Met de trainers heb ik het daar ook geregeld over. Vaak ben ik in en rond de zestien nog te gretig en schiet dan bijvoorbeeld te geforceerd. Terwijl een rustig geplaatst balletje, op doel of opzij naar een ploeggenoot, meestal de simpele en efficiënte oplossing is. Heeft alles met concentratie te maken. Niet met de handelingen op zich, die beheers ik wel.”

Dus staat Hunte na de trainingen wat extra ballen op doel af te werken. “Vaak met Brian Boogers. Om een AA-tje. Terwijl ik mezelf ook tijdens de partijspelen in de bepaalde situaties dwing tot nadenken.” Zoals Hunte ook met regelmaat het krachthonk induikt om aan de fysiek te werken. Alles met maar één doel: beter en sterker worden. “Ik wil eruit halen wat erin zit. Als jongetje op de pleintjes had ik al die droom om in stadions te spelen en die jongensdroom is gebleven. Voor zover mij bekend is er tot nu toe geen interesse, maar die kan nog komen. Ik hoop het. Mijn studie Management, Economie en Recht ga ik gewoon afmaken. Nog twee vakken en ik heb mijn propedeuse behaald. Maar over wat ik daarna ga doen, heb ik niet echt nagedacht.”

Eeuwig

Wil hij niet nadenken, want in zijn achterhoofd zit eigenlijk maar één ding. “Voetballen is het allermooist”, zegt de vleugelflitser min of meer ten overvloede en in de dagen voor de topper met Venray. “Wij gaan ervan uit dat het door gaat, ja. Een beslissende wedstrijd voor het kampioenschap? Zo zie ik dat niet. De competitie is na zondag pas halverwege, ongeacht het resultaat. Ik heb Venray niet zien spelen, dus heb alles van horen zeggen. Maar begreep wel dat zij een paar keer gezwijnd hebben en dat zal toch niet eeuwig blijven duren? Feitelijk kun je zeggen dat wij met vijf punten achterstand alles nog in eigen hand hebben. Maar okay, UNA zal misschien ook nog punten morsen. Eveneens een feit is dat wij na een stroef begin steeds beter zijn gaan spelen. De vastigheden in ons team zijn zich aan het uitbetalen. En daarnaast beschikken wij over spelers die de kunst verstaan op de juiste momenten door te drukken en de rest op scherp te zetten. Heeft alles met ervaring te maken.”