‘Lieten ons piepelen’
“Technisch, tactisch, fysiek, snelheid, slimheid…. Alles? Ja, op werkelijk alle fronten werden we overklast.” Nou was dat op zich geen opzienbarend eindoordeel van Kozakken Boys-coach Michel Langerak. Ook degenen met een roodwitte bril konden niet anders dan concluderen dat ze zaterdag met Katwijk de aanstaande kampioen van de Topklasse aan het werk hadden gezien. Op de afgetekende 0-4 viel domweg niet zo gek veel af te dingen.
Niettemin, vaak is het zo dat het één het gevolg is van het ander. Met andere woorden: je bent dikwijls net zo goed als de tegenstander het toelaat. Los van de soms tot likkebaarden neigende individuele kwaliteiten van Katwijkers als Van Eeuwijk, Van Oijen en Jongeneelen, voorhoedespelers die de trukendoos met regelmaat opengooiden. In dat kader was het opvallend dat de lijstaanvoerder twee standaardsituaties nodig had om tot scoren te komen. En juist die momenten knaagden bij de Boys.
“Natuurlijk waren wij voorbereid op de stilstaande fases. Maar ja, als je stil blijft staan in plaats van meeloopt of je zo makkelijk laat wegzetten…” Het niet reageren van doelman Bovo op de ballen in het vijfmetergebied stipte Langerak niet aan, maar dat had evengoed gekund. Kortom, binnen een half uur stond het al 0-2 en was het in wezen al einde oefening voor Kozakken Boys. Hoewel Sjoerd van der Waal tussendoor nog een beste kans verkwanselde. “Precies, daarom hebben we tijdens de rust de puntjes wat betreft de organisatie nog eens op de i gezet. Ik bedoel, zij waren dan wel beter, maar tot voetballende kansen was Katwijk tot dan niet of nauwelijks gekomen.”
Ja, hallo
Maar een revival zat er nooit in voor de thuisclub. Vanuit een strakke discipline greep Katwijk Kozakken Boys direct bij de keel. Pas bij 0-4 liet het de teugels wat vieren. Ook de vierde treffer viel trouwens uit een dood spelmoment. “Die hebben ons dit seizoen al vaker de kop gekost. Ik geloof dat we inmiddels al iets van dertig tegengoals uit hoekschoppen en vrije trappen hebben geïncasseerd. Ja, uiteraard wordt daarover gepraat en ook afspraken over gemaakt. Wie wie moet pakken… Waarom het dan toch zo vaak fout gaat? Een vorm van laksheid of zo, zeg het maar.Je moest eens weten hoe wij in het strafschopgebied van onze tegenstanders verdedigd worden. Trekken, duwen, knijpen, noem maar op. ‘Ik kreeg twee keer een duw’, zei iemand bij ons in de rust. Ja, hallo. Dit is de Topklasse, hè…”, wist Arda Havar.
Eén van de drie Kozak-middenvelders die geen poot aan de grond kreeg deze middag. En goed beschouwd, wie eigenlijk wel? Langerak: “Dit Katwijk is te goed voor ons, zo reëel moet je zijn. Ook als wij in goeden doen zijn, ja. Uit voetbalden wij een stuk beter mee, maar uiteindelijk stond er toen ook gewoon 3-0. Om aan hun niveau te kunnen tippen moeten we eerst eens wat minder naïef reageren. In feite hebben we ons laten piepelen.”