Als Joost de Laat bij zichzelf te rade gaat, luidt de conclusie dat hij de voorbije duels voor OJC Rosmalen met dezelfde instelling heeft gespeeld als voorheen. “Ik ben een werkpaard op het middenveld. Duelkracht, loopvermogen en strijdlust; daarvan moet ik het hebben.” Sinds OJC in Dongen de periodetitel inpalmde en de achtervolgingsweg richting UNA redelijk open leek te liggen, hebben de Rosmalenaren echter drie duels op rij verloren. “We moeten hier niet te diep over gaan nadenken. Anders duwen onszelf naar een kant, waarvan we dachten eindelijk afscheid genomen te hebben”, refereert De Laat aan de overlevingsstrijd van de laatste seizoenen.

Toch blijft het opmerkelijk, dat dipje. “Het kan ook iets zeggen over de geringe krachtsverschillen in deze afdeling. Je kunt ook stellen dat we er nog nooit zo goed voor gestaan hebben. Nog steeds, ondanks die drie nederlagen. Ik ben ervan overtuigd dat OJC straks finisht op de plaats waar het mijns inziens thuis hoort: in de top vijf. Wij gaan voldoende punten pakken om daar ergens te eindigen. Al is het maar om het aanzien. En ook om straks met een goed gevoel aan de nacompetitie te beginnen. Aan die Topklasse denken wij niet, daar zijn we eerlijk gezegd ook niet klaar voor. Wat blijft staan is dat wij het iedere ploeg op amateurniveau heel lastig kunnen maken.”

Zondag kan OJC de borst natmaken met het ultradefensieve Papendrecht als gast. “Wij hebben het tegen geen enkele tegenstander makkelijk. Juist met die instelling moet OJC iedere keer weer vol aan de bak. En dat weten we zelf ook. In een groepsgesprek hebben we deze week de puntjes even op de i gezet. Maar de sfeer is verder heel erg okay en we hebben al een prijs op zak. Betere voorwaarden zijn haast niet denkbaar.”

Be Sociable, Share!

•