Roze olifant
Toch vooral een beetje gekscherend zinspeelde Dogan Corneille een paar maanden geleden op een ultieme droomontknoping in de zaterdagse Topklasse. ‘Laatste wedstrijd: IJsselmeervogels tegen Kozakken Boys en dan daar de titel pakken..’ Zover is het nog (lang) niet, maar de eerstejaarscoach in Werkendam is aardig op weg met zijn Boys. Zaterdag vindt op de laatste speeldag van de heenronde alvast de repetitie van die mogelijke superclimax plaats met als meest voor de hand liggende inzet het winterkampioenschap.
Afgaande op de statistieken tot dusver lijkt het thuisvoordeel van Kozakken Boys echter eerder een nadeel. Van de 25 punten vergaarden de Werkendammers er immers liefst 18 op vreemde bodem. Van een ‘Zwaaier-vrees’ of iets dergelijks wil Corneille echter niets weten. “Ik ben ervan overtuigd dat de factoren pech en toeval in dit verhaal een grote rol spelen. Van de vier verloren duels op eigen veld waren wij drie keer de betere ploeg. Wedstrijden die je op basis van het overwicht en de kansen normaal gesproken winnend zou moeten afsluiten. Terwijl ik me ook uitduels kan herinneren die we wonnen, maar waarin wij op beslissende momenten niet over geluk te klagen hadden. En aan de spelopvatting en tactiek kan het niet liggen, want die is op soms een enkel detail na altijd hetzelfde.”
Niettemin, ook Corneille weet dat zijn spelers de cijfers dondersgoed kennen en het zogenaamde thuissyndroom waarover geschreven en gesproken wordt daardoor hoe dan ook een issue is. “Door het te benoemen vestig je er de aandacht op en dat is iets wat je juist wil voorkomen. Helemaal omdat het mijns inziens op niet veel meer dan toeval gebaseerd is. Dit zijn nou de moeilijkst trainbare aspecten van het vak. Maar ook de interessantste. Hoe ik daar mee om ga? Generaal door proberen te zorgen dat de spelers er daadwerkelijk in geloven dat je factoren als geluk ook zelf kunt afdwingen. Door eenvoudigweg samen heilig in een goede afloop te geloven. Een soort van gezamenlijke oerkracht oproepen.”
Krachtsverschillen
Even los van de roze olifant van hockeycoach Marc Lammers & Co die Corneille met zijn staf buiten de deur en met name uit de hoofden van zijn spelers wil houden en los van het resultaat tegen de Vogels, kan de coach overall sportief nu al met een goed gevoel terugkijken op de eerste seizoenshelft. “Van alle ploegen hebben wij bijvoorbeeld het langst bovenaan gestaan. En dat doe je in deze afdeling met de geringe krachtsverschillen echt niet zomaar. Hoewel wij met toch de nodige personele tegenslag te kampen hadden en hebben. Ik vrees dat het einde wat dat aangaat nog niet in zicht is, want de knieblessure van Carlos Ramos ziet er niet goed uit. Ik hoop dat ik het mis heb, maar dat zou dan de vierde langdurig afwezige worden. Aan de andere kant, en zo moet je eigenlijk ook met tegenslag omgaan, bieden deze blessures kansen voor de jongeren binnen onze selectie. Die krijgen op deze manier de kans om versneld door te groeien”, verwijst Corneille onder meer naar Reinier den Hoed.
De vraag is daarbij alleen hoe de groep zich op langere termijn staande houdt. “Vergeet niet dat het gros al twee jaar op rij een lang seizoen heeft gedraaid. Dat vreet kracht en energie, heb ook de indruk dat de jongens toe zijn aan de winterstop. Maar dat geldt waarschijnlijk ook voor de concurrentie. Hoe dan ook, niets is zeker in deze afdeling. GVVV kaapte voor onze neus de periodetitel weg, maar kijk eens waar ze nu staan na een mindere serie. Over een kampioenschap praten wij niet, maar één ding lijkt me zeker. Als we tot het einde mee willen blijven doen zal een reeks met daarin vijf nederlagen en een gelijkspel vermoedelijk niet volstaan”, weet de coach die verwacht in de dagen rondom het trainingskamp begin januari met de clubleiding om tafel te gaan inzake contractverlenging. “Wat mij betreft in ieder geval geen twijfel, nee. De faciliteiten en het werkklimaat zijn prima en wat is er mooier voor een sportman dan de landelijke bovenkant aan te tikken?”