Samen lachen, samen huilen
Sinds deze zomer mag Bas Gösgens fulltime met zijn passie bezig zijn. Daarom telt de coach uit Rosmalen eerst en vooral zijn zegeningen. Waar het met Gösgens als hoofdcoach bij UDI’19 na een aarzelend begin gaandeweg is gaan lopen, houdt het met hem als assistent bij FC Den Bosch sportief gezien niet bepaald over. “Leuk is anders, maar ook dat is sport. Hoe dan ook steek ik alle ervaringen in mijn rugzak. Ook de vervelende.”
Hij geeft toe dat het aanvankelijk wennen was. In Uden heeft Gösgens – en voorheen bij de andere clubs waar hij werkzaam was – immers de eindverantwoording op technisch vlak. Die verhouding ligt in Den Bosch anders. “Ik had aanvankelijk even tijd nodig in die ondersteunende rol. Wanneer kun je iets zeggen en wanneer juist niet, begrijp je? Maar inmiddels loopt die afstemming soepel. Per saldo doet een technische staf alles samen, zoals het hoort, vind ik. Het samen-gevoel is doorslaggevend. Ook voor de spelers. En soms ook buiten de lijnen. Ik stimuleer de spelers af en toe iets met elkaar te ondernemen buiten het voetbal. Het acceptatievermogen naar elkaar toe wordt dan groter en dat zie je uiteindelijk terug op het veld. Daarvan ben ik overtuigd.”
Ook in Uden zal Gösgens zoals in de Brabantse hoofdstad heus zijn arm eens om de schouder van een teleurgestelde speler leggen of zo iemand aanschieten voor ’n praatje. “Maar bij UDI bewaak ik toch meer de grote lijnen. Inderdaad, zoals Ruud Kaiser dat bij Den Bosch doet.” Nee, je zult die Gösgens niet snel horen klagen. “Als een vis in het water? Absoluut. Neem alleen maar de ervaring die je meepakt bij een BVO. Op voetballend gebied,maar eveneens voor wat betreft de zaken eromheen. Als je een paar keer achter elkaar verliest, heeft de druk bij een betaalde club toch andere dimensies. En ook profvoetballers zijn net mensen.”
Topper in Gemert
Zwart wit gesteld verkeert Gösgens met UDI deze dagen in een oase van rust. De fitheid van de sterkhouders is toegenomen en de kwaliteit van het veldspel inclusief resultaten dienovereenkomstig. Met een vierde plaats op vier punten achterstand van de koplopers Blauw Geel’38 en Gemert lijkt de weg naar meer open te liggen voor de Udenaren. In dat kader zijn de nakende onderlinge confrontaties met die twee clubs hoogst interessant. “Zeker. Zondag in Gemert verliezen betekent vooralsnog een pas op de plaats. Dat wordt het gat groot. Te groot is in dit stadium voorbarig, want ook de teams die boven ons staan zullen heus hun puntjes verspelen. Maar okay, dan mag je zelf niet zo heel veel meer laten liggen. Globaal staat UDI nu daar waar wij ons vooraf op hadden ingeschaald. Dat moet straks bij de eindafrekening minimaal hetzelfde zijn. Minder zou een forse tegenvaller zijn.”
Maar over scenario’s als verliezen in Gemert en tegenvallers wil Gösgens, die als het aan hem ligt overigens gaat bijtekenen in Uden, het eigenlijk helemaal niet hebben. “Omdat wij ons in een duidelijk opgaande lijn bevinden. De laatste wedstrijd tegen Baronie wonnen we niet, maar was ik zeer te spreken over ons veldspel. Vooral in die wedstrijd lieten we niet alleen zien waartoe we in staat zijn, maar speelden we ook het spel dat we graag standaard willen spelen. Aanvallend en attractief. Jammer dat we onszelf tot dusver niet altijd beloond hebben, die effectiviteit zal beter moeten. Het vooruit voetballen zal hoe dan ook blijven, met alle risico’s van dien. Dat zal tegen Gemert dus niet anders zijn, nee”, gaat Gösgens sowieso uit van een aantrekkelijk schouwspel. “Zeker in het amateurvoetbal vind ik dat het plezier voorop moet staan. Soms win je daarbij en soms verlies je. En is het samen lachen en samen huilen. Precies, zoals het hele leven in de regel is.”