‘Tijdperk van het collectief’
Zonder dat er een bal getrapt was, had Harry Blokhuis al een goed gevoel over het potentieel van zijn nieuwe club Venray. Twee prima duels in de voorbereiding tegen JVC Cuijk en De Treffers bevestigden dat beeld. “Dit gaat sneller dan ik had gehoopt. Dat kan wel wat worden, dacht ik toen”, gaat de Udenaar terug in de tijd. En zie daar. Venray won de eerste periode en de rest kan vooralsnog in de achtervolging.
“Uitgefeest? Nou, zo extreem was het niet, maar iedereen in en rond de club is natuurlijk wel hartstikke trots. En je merkt dat het Venray-gevoel groeiende is, ook binnen de gemeenschap. Deels ook door die paar magere jaren van het eerste die ze met zijn allen achter de rug hebben. Uiteindelijk zijn het vooral de resultaten die tellen, maar ik bespeur toch ook het nodige enthousiasme over onze manier van spelen. Wij hebben de intentie om attractief te spelen met veel drang naar voren. Uiteraard gedoceerd verwacht ik dat elke speler daarin zijn steentje bijdraagt.”
De formule die Blokhuis hanteert slaat aan. “Vanaf het begin heb ik geroepen dat nu het tijdperk van het collectief is aangebroken. De spits die de ballen binnen schiet krijgt vaak de aandacht, maar de speler die voor het grote publiek onopvallend het vuile werk opknapt, is evenzeer belangrijk. Dat probeer ik mee te geven. Sterker, dat accentueer ik. Waar we nu staan? Afgaande op wat ik heb gezien bij onze tegenstanders – en ik ben er natuurlijk een paar jaar tussenuit geweest op dit niveau – vind ik dat Venray zeker twintig procent beter kan dan het tot nu toe gebracht heeft. Overeenkomstig het beleid hebben we onze jeugdige voetballers nadrukkelijk kansen gegeven en zullen dat blijven doen. Ik weet zeker dat met name die jongeren nog flink kunnen doorgroeien. Het talent is namelijk aanwezig. Aan de andere kant moeten duels als met UNA, Baronie en UDI nog komen. Ik denk dat je pas daarna een helder beeld kunt schetsen hoe Venray er werkelijk voor staat”, stelt Blokhuis.
Magertjes
Naast de terugloop van het algehele voetbalpeil in de Hoofdklasse heeft de ervaren rot in het amateurtrainerswereldje nog een minpuntje ontdekt: de allover tanende publieke belangstelling. “Zelfs bij een club als Gemert, in het verleden samen met UDI toch trekpleisters, schijnt het minder te worden. Soms is het ook magertjes wat je te zien krijgt, maar ik vermoed dat het inderdaad toch vooral een maatschappelijk verschijnsel is. Jammer.” Zijn persoonlijke passie lijdt er niet onder. “Ik houd mijn spelers voor dat ze van niemand in deze afdeling hoeven te verliezen. Met die instelling gaan wij het veld op. Die op basis van onze aanwezige kwaliteiten een realistische is.”