‘UDI is een stap hoger’
UDI’19/Beter Bed heeft na Mourad Mamaar de tweede ‘echte’ versterking binnen. De Udense hoofdklasser slaagde erin Roy Vissers voor twee jaar vast te leggen. En dat leidde bij zowel club als speler tot een gevoel van blijdschap. “Die wil ik wel hebben”, zei trainer Chris van den Dungen tegen naamgenoot Theo, de technisch manager van UDI na de wedstrijden tegen De Valk, de huidige club van Vissers. “Een gedreven persoonlijkheid, die bovendien de vonk binnen een elftal kan doen overslaan.”
De 24-jarige gymleraar uit Eindhoven was in gesprek met meerdere clubs, maar UDI maakte op hem de meeste indruk. “Met Gestel heb ik gesproken, maar dat zij naar buiten brachten dat ik daar kwam spelen, was te voorbarig. UDI is een club van naam met veel leden, veel vrijwilligers, veel betrokkenheid en ook veel eigen jongens in de selectie. Precies zoals ik het graag zie. In vergelijking met De Valk is UDI weer een stap hoger. Als de klik en het acceptatievermogen daar is, komt het beste in mij boven. Ik kom dan zelf wel van buitenaf en zal mijn plaatsje moeten afdwingen, maar daar heb ik alle vertrouwen in. Het technisch plaatje dat me is voorgeschoteld, spreekt me namelijk heel erg aan.”
Ook volgens Theo van den Dungen zal veel afhangen van de wisselwerking tussen de beoogde spits Sam Wassenberg en Roy Vissers daar kort achter. “In de duels tegen UDI heeft Roy ons echt overtuigd. Hij pikt regelmatig zijn goaltjes mee en heeft een enorm loopvermogen en diepgang. En hij is iemand die iets af kan dwingen, ook als het eens niet loopt. Met name daaraan heeft het ons ontbroken dit seizoen, vind ik. Als het gaat lopen met Wassenberg, kunnen we daar veel plezier aan beleven.” Vissers gaat nog een stapje verder. “Ook met de jongens op de vleugels moeten er automatismen komen. Veel beweging, waardoor je moeilijker te verdedigen bent.”
Dat Vissers veel over heeft om zijn verblijf in Uden tot een succesvol geheel te maken, blijkt uit het feit dat hij het zaalvoetbal bij de Helmondse eredivisionist TFH laat schieten. “Jammer, maar als de keus gemaakt moet worden tussen veld en zaal is er voor mij geen twijfel”, zegt de middenvelder die bij De Valk overigens te horen kreeg dat hij mocht uitkijken naar een andere club. “Dat was begin maart en daarna begon ik beter te draaien. Mijns inziens lag dat puur aan de speelwijze. Met De Valk speelden we voordien een tijdlang vanuit een gesloten organisatie. Maar ik moet ook toegeven dat ik geen topseizoen heb gedraaid. Ik gedij nu eenmaal beter in een aanvallend concept en gelukkig heeft de technische leiding van UDI dat erkend.”