‘Wacht af wat de trainer met me wil’
Onlangs maakte Thijs Heus – met een goal – zijn rentree in de hoofdmacht van Nuenen. Meer dan een jaar had de spits eruit gelegen vanwege kruisbandletsel. “Tien maanden revalidatie, pfff… Ben nu vooral blij dat ik weer mag voetballen”, weet de Nuenenaar, die ondanks de lange periode van non-activiteit blijkbaar nog niet vergeten was. Begin deze week sprak Heus met De Valk. “Maar ik wil eerst weten wat de nieuwe trainer van Nuenen met me van plan is.”
Heus is van plan zijn voetbaltoekomst te laten afhangen van de manier van spelen bij de desbetreffende club. “Ik ben een spits die wil meevoetballen, actief wil deelnemen aan het spel. Met mijn rug naar het doel spelen trekt me niet. Ik hoor binnenkort van Willy Scheepers hoe hij mijn rol ziet. Hij heeft me nog nooit zien spelen, de komende twee wedstrijden zal dat gebeuren. Even afwachten zodoende. Bij De Valk zit ik wat dat aangaat alvast volledig op één lijn met de trainer. Ik had een heel goed gesprek met Frank Weijers. Voor alle duidelijkheid: ik heb nog niets toegezegd. Over financiën is niet gesproken. En ik heb eveneens verteld dat ik in geen geval in de eerste klasse ga voetballen. De Hoofdklasse heb ik als ondergrens gesteld voor mezelf.”
Het voor zichzelf opkomen heeft Heus (25) inmiddels wel geleerd. Dat was totaal anders toen hij nog in de jeugd van PSV voetbalde. Als spits van de D-pupillen werd Thijsje gescout maar eenmaal op De Herdgang voetbalde hij voornamelijk als verdedigend ingestelde speler. “Ik zat in een lichting met Roy Beerens, Rob van Boekel en mijn huidige teamgenoot Ruud Jansen. Nee, het was niet onlogisch dat ik als 16-jarige de mededeling kreeg dat ik moest vertrekken. Heb er om te beginnen nooit op mijn favoriete plek gestaan. Toch mooi dat ik het allemaal heb mogen meemaken, bijvoorbeeld dat landskampioenschap met de C-junioren. Maar voor dat niveau kwam ik tekort. Dat was nadien bij Helmond Sport niet het geval, vind ik.”
Voetbalplezier
Onder Jan Poortvliet mocht Heus als invaller driemaal ruiken aan het eerste, maar daar bleef het bij. “Omdat ik zelf de beslissing nam om daar weg te gaan. Ik kon blijven op amateurbasis, maar dat wilde ik niet meer. Dat vond ik niet echt een blijk van vertrouwen. Ik heb toen voor mijn studie gekozen en keerde terug naar Nuenen, daar waar het ooit allemaal begon. Dus ja, ik heb zeker een band met deze club. Maar niet zodanig dat ik blijf ten koste van alles. Dat er in het nabije verleden bepaalde afspraken of beloftes niet zijn nagekomen, zal ik niet meenemen in mijn besluit. Net als het gegeven dat er binnen de club een hoop verandert of gaat veranderen. Met bestuursperikelen en dergelijke houd ik me niet zo bezig. Aan de andere kant vergeet ik ook niet dat ik veel te danken heb aan Nuenen. Waar het bij mij om draait is het voetbalplezier en vooral het perspectief daarop. Dat zal mijn drijfveer zijn. Andere aspecten zijn bijzaak.”