Wa’n prestatie
Bij Kozakken Boys is het hoe dan ook nooit saai. Alleen een type als Arif Irilmazbilek staat daar al garant voor. Het bonkige targetmannetje-plus annex goaltjesdief zorgt altijd wel voor reuring. Binnen de lijnen, daarbuiten en eigenlijk ook bij alles wat daar tussenin zit. Tegenwoordig is de topscorer tevens aanvoerder van de Boys. En ook die verantwoordelijkheid vult Arif net effe anders dan anders in. Wel onder het mom van ‘ één voor allen en allen voor één’.
Toen Pelle een week geleden tegen NAC de ban brak, betrok de Italiaan opzichtig de gehele groep in de feestvreugde. Bij wijze van statement. Nee, Feyenoord heeft geen kampen en ja, wij hebben met z’n allen hetzelfde doel voor ogen. Iets in die trant leek ook plaats te vinden in Werkendam op het moment dat Irilmazbilek Kozakken Boys vlak voor rust vanaf de stip naar 2-1 had geschoten. Arif rende naar de bank en positioneerde zich languit over de bankzitters. Om de mannen die daar bivakkeerden – de voormalige basisspelers Leon Bot, Richie Basoski, Arie Lock, Sjoerd van der Waal en Mohammed Hammouti – als ’t ware een hart onder de riem te steken. Niets wijst er momenteel concreet op dat de ludieke move van Arif een diepere betekenis in zich had.
Maar toch. Een kleine uurtje later liep Irilmazbilek met de twee koppen grotere Van der Waal op zijn nek te paraderen. Zijn maatje had de thuisclub letterlijk in extremis alsnog voorbij Barendrecht (4-3) geschoten. En hij gunde hem dat succes ten volle. Waarna het vervolgens waarschijnlijk nog lang gezellig bleef in Werkendam. Wat het vermoedelijk beduidend minder zou zijn geweest als Benjamin Martha in die dying seconds met zijn aflegactie niet diens ‘enige’ goeie bal van de middag had gegeven.
Als winst en niets anders dan dat tenminste het uitgangspunt is. Aangezien de gang der dingen was dat zaterdagmiddag sowieso ook het enige wat telde. Wie vlak na rust tegen tien tegenstanders op 3-1 komt, mag met niets anders dan een driepunter tevreden zijn. En toch liep dat nog bijna spraak. Waardoor? Onder meer door topklassenonwaardig verdedigen bij stilstaande situaties. In een messcherpe counter liep Kozakken Boys tegen Barendrecht eigenlijk zelden, maar dan toch drie doelpunten om de oren krijgen is niet best, om ’t op zijn zachtst te zeggen. Dat ligt aan het weifelende optreden van doelman Mathijs Donatz in die situaties, bijvoorbeeld. Hoewel alleen maar naar de bal kijken door de verdedigers ook niet handig is in dezen.
Baltempo
Los van dat alles deed Kozakken Boys met name aan de bal ook heel veel goed, laat daar geen misverstand over bestaan. Met een aanvaller (Basoski) in plaats van een verdediger (Jakoba) greep coach Dogan Corneille na het penaltyrood tactisch ook logisch in. Alle ingrediënten voor een monsterzege waren daar, vooral na die snelle 3-1 van Danny Buijs op haarfijn aangeven van Basoski. Barendrecht- met de trouwens tweemaal scorende Christian Opschoor, de enige Werkendammer op het veld- wenste zich echter niet naar de slachtbank te laten leiden en groepeerde zich rondom de eigen zestien. Omdat het baltempo van de thuisclub – deels ook door de stroeve ondergrond, da’s waar – niet hoog genoeg was, slaagde Barendrecht er vaak in voor dubbele dekking op de flanken te zorgen. Daardoor oogde het gros van de tweede helft als een omsingeling met een hoog stroopgehalte. Dat de Boys, en op basis van het hele duel meer dan terecht, uiteindelijk toch nog heel best smaakte. Maar stof tot nadenken en –praten is er niettemin voldoende. Ook al prijkt de naam Kozakken Boys daar momenteel mooi, met zes uit twee mee bovenin die Topklasse. Weer eens bleek immers dat de scheidslijn tussen een juich- en mineurstemming soms bizar dun kan zijn.