‘Wat doet ’n speler in die 85 minuten zonder bal?’
Stiekem had hij vooraf gehoopt op een paar puntjes meer – en dus vrij van kopzorgen – maar dat Achilles Veen zich nu volop in de strijd om het ontlopen van de nacompetitie bevindt, verbaast John van Bijsterveld niet. “Het had gekund, maar dan hadden we resultaten moeten halen in potjes zoals tegen Nivo Sparta. Dat hebben we nagelaten, vooral omdat we over de hele lijn niet altijd even constant zijn gebleken”, vindt de coach van de zaterdaghoofdklasser.
Met het duel in Zaltbommel tegen het toen al gedegradeerde Nivo als dieptepunt. “Absoluut. De eerste helft daar was zelfs schandalig slecht. Merkwaardig bovendien na een serie van acht uit vier.” Frappant in dat kader was het traject in de week voorafgaand aan dat competitieduel tegen Nivo. Met de snorrende televisiecamera’s in de kleedkamer barstte Van Bijsterveld toen in woede uit tijdens de rust van de wedstrijd tegen Veerse Boys om de Omroep Brabant Cup. “Achteraf was dat slappe gedoe dus een voorbode. Maar kom, we moeten dit nu niet groter maken dan het is. Over de instelling en de bereidwilligheid van de spelers hebben wij als staf over het algemeen weinig klagen. Het is alleen jammer dat we net in die paar cruciale duels niet thuis hebben gegeven. Dan waren we nu al veilig geweest.”
Zaterdag kan Veen op eigen kracht alsnog een belangrijke stap richting klassenbehoud zetten als het Alexandria’66 klopt. “Geen belangrijke, maar een hèèl belangrijke wedstrijd. Ik kan het wel gaan bagatelliseren en proberen druk weg te halen, maar het is gewoon een feit. Dit duel wordt d’r op of d’r onder. We moeten er nu staan. En anders staan ze er nooit? Ik kan het niet anders dan bevestigen. Maar ik weet zeker dat de spelers dit ook beseffen. We mogen in ieder geval niet afhankelijk worden van de laatste competitiewedstrijd, want die is bij de kampioen. Een feestje als we het redden? Dat denk ik het wel en dat mag ook best. De verhoudingen binnen deze afdeling zijn duidelijk, ook financieel. Je kunt het aflezen aan de stand. Met ons budget horen wij ergens in het rechterrijtje. Nu nog op een plaatsje daar waar het geen pijn doet.”
Organisatie
De komst van een aantal nieuwe krachten na de zomerstop zal volgens Van Bijsterveld niet afhangen van de status. “Voor de club zou het bijzonder sneu zijn als we straks in september het nieuwe sportpark moeten openen als eersteklasser. Maar daar wil ik nu niet eens aan denken”, zegt de realist pur sang. “Stapsgewijs een stabiele hoofdklasser worden. Dat is waar we heen willen met deze club. Inclusief de spelers die we gehaald hebben, kunnen we daar straks gericht aan verder bouwen. Als leiding hebben we vooral geïnvesteerd in mentale weerbaarheid en kracht. In balbezit hebben we al kwaliteit voldoende. Maar ja, elk individu heeft de bal slechts zo’n maximaal vijf minuten per wedstrijd. Het is dus geen onbelangrijk detail om ook invulling te geven aan die resterende 85 minuten. Ook ik wil zo aanvallend mogelijk spelen, maar een gedegen organisatie is en blijft de basis.”