Wilde haren zijn weg
Stiekem had Regilio Jacobs deze zomer gehoopt op een plaatsje in de selectie van FC Oss. De club die de Ossenaar als ex-speler door en door kent. Het kwam er niet van. De verdediger vermoedt wel waarom, maar houdt de kaken wat dat aangaat op elkaar. Ondanks zijn aanwezigheid in het team VVCS bleef een voortzetting in de profsector ook elders achterwege. “Via een sterk seizoen bij Dijkse Boys probeer ik de stap straks alsnog te maken.”
Na een mislukt halfjaar in Indonesië waar Jacobs (bijna 24) in het begin werd geconfronteerd met een teenblessure en nadien door ‘vriendjespolitiek’ van de Braziliaanse clan niet of nauwelijks meer aan de bak kwam, had hij zich al enigszins ingesteld op een regulier leven. “Ik wist niet beter dan dat mijn leven uit voetbal bestond. Destijds maakte ik bewust die keuze. Het CIOS heb ik niet afgemaakt.” De definitieve doorbraak vond echter nooit plaats. “Mijn laatste seizoen bij FC Oss vond ik zelf mijn beste ooit. Speelde ook bijna alles. Maar als puntje bij paaltje kwam, waren er altijd wel excuses van hogerhand.”
Schopper af
Hij beaamt het volmondig. “Ik was de schopper die veel kaarten pakte. Vermoedelijk heeft dat clubs weerhouden om mij de kans te geven. Ja, dat was ik”, refereert Jacobs aan het moment waarop hij de Marc Overmars in zijn nadagen bij Go Ahead afzaagde. “Puur toeval dat hij het was. Ik zag het zwart voor mijn ogen, toen wij werden benadeeld. Ik kreeg trouwens geel, maar dat had rood moeten zijn.” Maar die tijden waarin hij zich op liet jutten zijn voorbij. “In de jeugd was ik een inschuivende verdediger. Mijn pass is eigenlijk mijn sterkste punt. Dat wil ik nu bij Dijkse Boys laten zien. Ik ben veranderd als voetballer of misschien wel terugveranderd. De wilde haren ben ik kwijt.”
In ieder geval voor de periode van een jaar ziet zijn dagelijkse leven er nu dus anders uit. “Ik ben op zoek naar een baan, het liefst iets in de fitnesssector. Ik woon nog bij mijn ouders, dus ik heb speling. Daarnaast lekker voetballen bij Dijkse Boys. Het niveau is me tot dusverre zeker niet tegen gevallen. Veel jongens hebben een verleden bij een BVO, dat kun je zien. Ik vind het leuk om mee te helpen aan de opbouw van een nieuw team. Persoonlijk hoop ik op het veld te bevestigen wat ik in mijn hoofd heb. Dat ik een hoger niveau absoluut aan kan.”