‘Zit mee, maar dwingen dat ook af’
Heel stiekem dwalen de gedachten bij Deurne in deze hoogtijdagen weleens af naar dat seizoen 2007-2008. Toen de hoofdklasser als nieuwkomer ging winnen, dat bleef doen en uiteindelijk de titel pakte. “Net als nu waren er destijds ook geen verwachtingen vooraf. Maar laten we niet te ver vooruitkijken. Het zit momenteel mee, hoewel we dat anderzijds zelf ook afdwingen”, weet topscorer Ronald Joosten.
“Zo extreem is het niet”, reageert Joosten op de vraag of elke verschijning in de zestien voor hem in deze fase meteen ook een goal oplevert. “Ik heb als middenvelder altijd wel mijn doelpuntjes meegepikt, maar vijf stuks na vier wedstrijden is voor mij een unicum. De 3-0 tegen UNA (en zijn tweede van de avond) was een beetje typerend voor de manier waarop het ons momenteel vergaat. Een lekkere goal uit een volley, vol op de wreef. Als je onderin staat vliegt zo’n bal waarschijnlijk tegen de lat of over.”
Maar Deurne bungelt niet in de staart. “Zaterdag gaan we op bezoek bij Venray, onze eerste achtervolger. Weer een kraker, waar we met zijn allen naar uit kijken. En dan zou je dus een kloofje kunnen slaan. De druk zal ons waarschijnlijk geen parten spelen, want voor Deurne is tot nu toe alles een bonus. Ik bedoel, we hebben toch al mooi twaalf punten in de knip en die pakken ze ons niet meer af”, zegt de middenvelder, die zichzelf als een box-to-box speler ziet. “Ik bestrijk die rechterflank, een positie die mij op het lijf geschreven is. En probeer wanneer het kan over de spitsen heen te komen.”
Dienstbaar
Onbaatzuchtig zou ook een omschrijving kunnen zijn die van toepassing is op Joosten. “Maar dat geldt voor ons hele team. Wij hebben geen voetballers zoals bijvoorbeeld Torino Hunte. Die vond ik tegen ons goed spelen. Maar wij wonnen… Met een beetje geluk ook, hoor. Zo reëel moet je zijn. Normaal geven wij weinig kansen weg, maar UNA had zeker een paar keer meer kunnen scoren”, aldus de man die deze zomer na twee jaar NWC neer streek op het oude nest. “Ik ben een echte clubman en ben blij dat ik weer terug ben. Waarom ik vertrok? De toenmalige trainer zag het niet in mij zitten en ik vond mezelf te goed om in het tweede te gaan spelen.” Want dienstbaar wil niet zeggen ambitieloos.