‘Voortekenen zijn gunstig’
Elk nadeel heeft zijn voordeel. Toen José van de Ven in februari op non-actief werd gesteld door Veerse Boys was het natuurlijk even slikken voor de coach uit Dussen. Anderzijds bood het hem de ruimte om alvast in de keuken te kijken bij Boeimeer, de club waar hij al getekend had met het oog op het huidige seizoen.
Met Van de Ven als aandachtig toeschouwer promoveerde Boeimeer in juni naar de derde klasse. Een podium dat voor de trainer geen onbekend terrein is. “Handhaving is in eerste instantie de doelstelling die we nastreven. En als we ons daarnaast kunnen mengen in de strijd om de periodetitels, hebben we het goed gedaan. Ja, dat is realistisch”, aldus Van de Ven.
Die beaamt dat hij in een redelijk gespreid bedje is terecht gekomen. “Je merkt aan alles dat hier al jaren van onderaf gericht gewerkt is. De jeugd staat onder leiding van gekwalificeerde trainers en dat betaalt zich op termijn altijd uit. Ik schat de gemiddelde leeftijd van de eerste selectie op ongeveer 22 jaar, maar desondanks beschikken de spelers al over veel voetbalintelligentie. Op de middellange termijn wil Boeimeer toe naar de status van een stabiele tweedeklasser met een ploeg waarin zoveel mogelijk eigen jeugd speelt. In het proces op de weg daar naar toe hoop ik mijn steentje te kunnen bijdragen.”
Wegplukken
Elk voordeel heeft ook zijn nadeel. Omdat Boeimeer zoveel tijd en energie in de jeugdopleiding steekt, is de club ook een kweekvijver geworden voor de grotere clubs. “Klopt, maar je kunt het ook als een compliment zien als BVO’s talenten wegplukken of een hoofdklasser zich meldt voor een speler van het eerste die een hoger niveau aan kan. Zulke jongens moet je die kans ook geven”, zegt Van de Ven. Bovendien, vanuit de jeugd vindt door het beleid sowieso een constante doorstroming plaats. “Bij de meeste clubs waar ik werkte had je ongeveer 13 voetballers die als potentiële basisspeler in aanmerking kwamen. Eén of twee spelers vervangen was niet problematisch, maar daarna hield het meestal niet over. Bij Boeimeer kan ik putten uit een groep van 16 tot 18 spelers, die allemaal in aanmerking komen voor een plaats in de hoofdmacht. Dat is lekker werken.”
De praktijk zal het allemaal nog moeten uitwijzen, maar Van de Ven begint in ieder geval met een goed gevoel aan zijn nieuwe klus. “Het fundament is degelijk en de spelers zijn gretig. Aanvallend voetbal is het uitgangspunt, ook en met name vanuit het perspectief van de spelers. Met een beetje schaaf- en knutselwerk richting de omschakeling bij balverlies, is hier absoluut iets moois van te maken.”